Het aantal vacatures in de bouwsector zal blijven afnemen, zo verwachten ondernemers. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het CBS publiceert maandelijks de zogenoemde vacature-indicator uitgesplitst naar een groot aantal bedrijfstakken. Die geeft de richting aan waarin de vacatures zich volgens de ondernemers zullen ontwikkelen. De indicator kan variëren van +3 procent naar -3 procent en stond in juli 2012 voor de bouwnijverheid op -1,63 procent. Dat is enorm laag, zeker gelet op het feit dat in januari 2011 de indicator nog op +0,6 procent stond.
Het blijkt dat het vertrouwen van de ondernemers in de vacaturegroei van de bouwsector is gekelderd. Iets wat FNV Bouw niet verbaasd, zo laat een woordvoerder weten. ‘Het spoort met het beeld dat wij hebben en we snappen het wel van de ondernemers. Ze zien dat het slecht gaat en veel middelgrote en kleine bedrijven zijn al op de fles gegaan. Het vertrouwen zal wel even blijven dalen.’
De belangrijkste oorzaak van de dalende tendens is dat er niet gebouwd wordt, zo laat de FNV weten. ‘Inmiddels zitten er zo’n 50.000 vaste krachten, uitzendkrachten en flexwerkers langs de kant. Vacatures zijn er nauwelijks, al zijn er nog wel uitzendkrachten en vaste krachten aan het werk.’
De mensen die werkloos thuis zitten, komen soms weer aan een baan, veelal als flexwerker of uitzendkracht. Ook laat een deel zich omscholen. Om het aantal vacatures aan te laten trekken, moet er volgens het FNV vooral weer gebouwd, gesloopt en gerenoveerd gaan worden. ‘e werkgelegenheid staat onder druk. We willen graag dat mensen lekker kunnen werken. De bouw is echter een laat-cyclische sector. Dat betekent dat we in vergelijking met andere sectoren, er pas laat baat bij hebben als de economie weer aantrekt.’
