Payroller is niet werkgever

0

Een gemeente heeft een aantal medewerkers die in dienst zijn bij een stichting die als payroller optreedt. Als de stichting om ontbinding van de arbeidsovereenkomsten vraagt, oordeelt de rechter dat dat niet gaat, omdat er geen arbeidsovereenkomst tussen de werknemers en de stichting bestaat.

De situatie

Een trajectbegeleider bij een gemeente heeft, net als een aantal collega’s, een arbeidsovereenkomst met een stichting, die hem vervolgens gedetacheerd heeft bij de gemeente.
In de detacheringsovereenkomst is vastgelegd dat de gemeente het inhoudelijk werkgeverschap uitvoert en de stichting het formele werkgeverschap. De gemeente vergoedt de stichting alle kosten die voortvloeien uit de detacherings- en arbeidsovereenkomsten en de eventuele beëindiging daarvan.
Wegens bezuinigingen stopt de gemeente met het werktraject en 11 van de 25 werknemers kunnen elders geplaatst worden. Voor 14 medewerkers vraagt de stichting, zonder succes, een ontslagvergunning bij het UWV. De gemeente zegt daarop de detacheringsovereenkomst met onder anderen de werknemer in kwestie op, met een opzegtermijn van zes maanden, per 1 januari 2012. De gemeente wordt later in een kort geding veroordeeld om tot uiterlijk 1 april 2013 de detacheringsovereenkomsten na te komen. De werknemer zit intussen sinds 1 januari met behoud van salaris thuis.

De vordering
De stichting vraagt nu de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst met deze werknemer en acht andere te ontbinden, onder toekenning van een vergoeding op basis van de cao Welzijn.

Het oordeel
De rechter wil de stichting niet-ontvankelijk verklaren in haar verzoek omdat er naar het oordeel van de rechter geen arbeidsovereenkomst (art. 7:610 BW) tussen de stichting en de werknemer bestaat. Omdat die beslissing nogal wat consequenties heeft, houdt de rechter de beslissing aan en geeft hij de partijen de gelegenheid hierop te anticiperen.

‘Door de geldstroom heen’ kijken
De rechter overweegt dat de wetgever het uitbesteden van het werkgeversgezag alleen heeft toegestaan bij en geregeld heeft voor een uitzendrelatie in combinatie met een allocatiefunctie. En daarvan is hier geen sprake. De stichting heeft geen werving en selectie gedaan en de relatie tussen de werknemer en de stichting bestond alleen uit plaatsing op de loonlijst. En dat loon is ook nog eens afkomstig van de gemeente. Er moet ‘door de geldstroom heen’ gekeken worden, oordeelt de rechter, zeker omdat de gemeente volgens het contract ook alle bijkomende kosten van de constructie vergoedt aan de stichting, zoals de kosten van een ontslag. Daarnaast overweegt de rechter dat niet is gebleken dat de constructie om enige andere reden is gekozen dan enkel om ontslagbescherming te ontlopen.


LJN BZ5108
Kantonrechter Almelo
Payrollconstructie
Eerste aanleg
21 maart 2013

 

Door: mr. Ingrid Kooijman

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

Reageer