Wet Werk en Zekerheid en de NBBU-cao voor uitzendkrachten

0

In de NBBU-cao voor Uitzendkrachten die per 1 juni is ingegaan is rekening gehouden met de flexbeperkende maatregelen uit de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). Wat betekent dit in de praktijk voor het uitzendbeding, de uitsluiting van loondoorbetaling en de ketenbepaling?

Uitzendbeding

Volgens de WWZ wordt de mogelijkheid om bij cao af te wijken van de 26-weken termijn voor het uitzendbeding beperkt tot maximaal 78 gewerkte weken. Uitzendkrachten maken dus na anderhalf jaar aanspraak op een tijdelijk arbeidscontract bij de uitzendorganisatie.
Dit geldt wettelijk per 1 januari 2015, maar omdat de NBBU-cao voor Uitzendkrachten per 1 juni jl. van toepassing is en deze cao dus is ingegaan vóórdat de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) is goedgekeurd, geldt het overgangsrecht.
Dit overgangsrecht is anderhalf jaar. Dit betekent dat er nog tot 1 juli 2016 maximaal 130 weken gebruik gemaakt kan worden van contracten met uitzendbeding.
Na 1 juli 2016 geldt de maximale termijn van 78 weken voor het uitzendbeding.

Ketenbepaling

De WWZ bepaalt dat per 1 juli 2015 een periode dat een werkgever tijdelijke contracten mag geven wordt beperkt van 3 contracten in 3 jaar naar 3 contracten in 2 jaar. Voor uitzendkrachten kan hier via de cao van worden afgeweken tot maximaal 6 tijdelijke contracten in maximaal 4 jaar. In de NBBU-cao is deze ketenbepaling voor uitzendkrachten (fase 3) dan ook overgenomen; per 1 juli 2015 geldt maximaal 6 tijdelijke contracten in maximaal 4 jaar.
Vanaf die datum geldt ook een  onderbrekingstermijn van 26 weken; als na een onderbreking van een half jaar of langer een nieuwe uitzendovereenkomst wordt aangegaan, vangt fase 1 opnieuw aan.

5,5 jaar flexibel uitzenden

Concreet betekent dit dat uitzendkrachten dus per 1 juli 2016 nog 5,5 jaar flexibel uitgezonden kunnen worden binnen de NBBU-cao (maximaal 78 weken volgens het uitzendbeding) en vervolgens maximaal 6 tijdelijke contracten in 4 jaar (ketenbepaling).

Beperking uitsluiting loondoorbetaling

In een contract mag worden opgenomen dat er tijdens de eerste 26 weken geen loondoorbetalingsplicht is. Deze uitsluiting van loondoorbetaling kon voorheen via de cao onbeperkt worden verlengd. Met de komst van de WWZ mag dat niet meer.
In de NBBU-cao is vastgelegd dat per 1 juli 2015 (overgangsrecht, zie boven) na 26 gewerkte weken een minimale omvang van 3 uur per contract moet zijn. De uitzendkracht heeft dan dus recht op minimaal 3 uur loon.

Op de site van de NBBU is de NNBU-cao voor Uitzendkrachten 2014-2019 te downloaden en is aanvullende informatie te vinden over de veranderingen in de nieuwe cao.

Lees ook:

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

Reageer