Veel bedrijven kijken bij hun werving naar ‘passieve’ kandidaten. Dat zijn werkende mensen die tevreden zijn met hun huidige baan, maar wel openstaan voor een telefoontje van een recruiter met een interessante aanbieding.
Echter, daar lijkt nu een kentering in te komen. Steeds meer organisaties ontdekken dat actieve zoekers gemotiveerder zijn om te slagen in hun nieuwe baan. Toch worden passieve kandidaten nog altijd als de paradepaardjes beschouwd. Ook Jonathan Turner, directeur HR bij de Amerikaanse vliegtuigonderdelenfabrikant B/E Aerospace was er altijd van overtuigd dat het beter is om passieve kandidaten te werven. Zij zijn immers tevreden en productief in hun huidige baan en hebben daarvoor de juiste kwalificaties.
Actieve kandidaten
De afgelopen vier jaar heeft B/E Aerospace systematisch de prestaties van actieve kandidaten (kandidaten die zelf solliciteren) en passieve kandidaten (kandidaten die worden benaderd door recruiters) bijgehouden. Daaruit bleek dat actieve kandidaten beter presteren. Zij werden ook door lijnmanagers beter beoordeeld. Bovendien is het verloop onder actieve kandidaten lager dan onder passieve kandidaten.
Daar komt nog eens bij dat actieve kandidaten veel goedkoper en sneller geworven worden dan kandidaten die benaderd worden door recruiters.
Wervingsbeleid gewijzigd
Als gevolg van deze bevindingen heeft B/E Aerospace haar wervingsbeleid gewijzigd. Zij besteed nu veel meer tijd en middelen aan het managen en screenen van de 90.000 sollicitaties die zij jaarlijks ontvangt en het promoten van het werkgeversmerk teneinde gekwalificeerde kandidaten aan te trekken. Het bedrijf maakt nog wel gebruik van recruiters die ‘chirurgisch’ te werk gaan bij het zoeken naar kandidaten voor moeilijk vervulbare posities.
‘Actieve kandidaten zijn al op zoek naar ander werk. Ze zijn mentaal voorbereid op verandering van baan, standplaats of carrière. Passieve kandidaten zijn moeilijk te vinden en het vergt veel moeite hen te overtuigen, waardoor vacatures langer openstaan’, zo besluit Turner.
Bron: The Wall Street Journal
Lees meer Mediascan
