Vanaf 2016 wordt de duur van de WW-uitkering in stappen ingekort. Ook de wijze van de opbouw van de WW verandert.
Vanaf 1 januari 2016 wordt de maximale periode van een WW-uitkering stapsgewijs tot en met 2019 teruggebracht van 38 naar 24 maanden. In cao’s kan een regeling worden opgenomen dat deze periode wordt aangevuld met een aparte uitkering.
Opbouw
De opbouw van de WW-duur verandert ook in 2016. Tot 1 januari 2016 geldt een opbouw van 1 maand WW per gewerkt jaar. Vanaf 1 januari 2016 geldt voor de eerste tien jaar per gewerkt jaar een maand WW, daarna geldt voor elk gewerkt jaar een halve maand WW-opbouw.
WW-uitkering
Wie 5 jaar heeft gewerkt heeft dus recht op 5 maanden WW-uitkering (in de oude en in de nieuwe situatie). Wie 18 jaar heeft gewerkt zo in de oude situatie 18 maanden WW-recht hebben, maar in de nieuwe situatie is dat 14 maanden: in de eerste 10 jaar 10 maanden WW en in de laatste 8 jaar 4 maanden.
Werk naast uitkering
Mensen die op of na 1 juli 2015 in de WW zijn gekomen kunnen tijdelijk of parttime naast hun uitkering werken, om zo de kans op een baan te vergroten. Het inkomen uit de werkzaamheden wordt verrekend met de uitkering, maar 30% van het inkomen uit werk mag de uitkeringsgerechtigde zelf houden.
Dagloon
Om te voorkomen dat mensen kiezen voor een uitkering in plaats van een baan, zijn per 1 juli 2015 de voorwaarden voor de dagloongarantieregeling gewijzigd.
Lees ook:
Bronnen: Ministerie SZW, UWV
