Demissionair minister Karien van Gennip heeft in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven dat de ingangsdatum van de Wtta met een jaar is uitgesteld.
De Wtta moet ervoor zorgen dat misstanden in de uitzendbranche worden aangepakt. Van Gennip wil dit met urgentie doen en bedankt dan ook de Kamer voor de voortvarende behandeling van het wetsvoorstel. Echter, door verschillende omstandigheden moet de invoering van het Toelatingsstelsel toch opgeschoven worden. De beoogde invoeringsdatum van de wet is nu 1 januari 2026. Vanaf 1 januari 2027 kan er dan op gehandhaafd worden.
Wtta
Volgens de Wtta mogen uitleners vanaf 2026 alleen arbeidskrachten ter beschikking stellen, als zij daartoe door de Minister van SZW zijn toegelaten. Om toegelaten te kunnen worden, moeten uitleners kunnen aantonen dat zij relevante wet- en regelgeving naleven, een VOG overleggen en financiële zekerheid stellen. Inleners mogen alleen zakendoen met toegelaten uitleners. Daartoe wordt de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) gewijzigd. De Arbeidsinspectie ziet toe op de naleving van de toelatingsplicht en kan boetes uitdelen aan zowel uitleners als inleners bij overtredingen.
Redenen uitstel
In haar brief van 13 mei 2024 informeert de minister nu de Kamer dat er vertraging op gaat treden in het in werking treden van de wet. Voor het langer duren van de uitvoeringstoets van Justis en het uitwerken van de lagere regelgeving worden als reden voor dit uitstel aangedragen.
Uitvoeringstoets
In het toelatingsstelsel wordt de Minister van SZW verantwoordelijk voor het verstrekken van toelatingen aan uitleners. Voor de uitvoering daarvan is een uitvoerder nodig. Dienst Justis is de beoogde partij om namens de Minister van SZW de toelatingen te gaan verstrekken. Justis voert momenteel een uitvoeringstoets uit, maar heeft aangegeven daar meer tijd voor nodig te hebben. Uiterlijk 15 juli 2024 levert zij de toets aan bij de minister.
Uitwerking lagere regelgeving
Voor een aantal onderwerpen bevat het wetsvoorstel een grondslag voor nadere regeling in een algemene maatregel van bestuur (AMvB) of in een ministeriële regeling. Deze regelingen zijn dit voorjaar voor consultatie gepubliceerd. Daarop zijn 20 reacties ontvangen. De verwerking van deze reacties is nog niet afgerond. Ook over de samenstelling van het normenkader en de wijze waarop dit geïnspecteerd wordt lopen de gesprekken nog. De minister verwacht dat definitieve concepten van de AMvB en ministeriële regeling aan het einde van de zomer gereed zijn.
Tijdpad invoering uitgesteld
De minister heeft daarom ‘tot haar spijt’ moeten besluiten het tijdpad van invoering van het Toelatingsstelsel met een jaar op te schuiven. “Om misstanden goed aan te kunnen pakken is het, naast snelheid, belangrijk dat we het toelatingsstelsel goed en zorgvuldig invoeren.” Er wordt nu gestreefd naar een tijdpad van inwerkingtreding per 1 januari 2026. Daarbij worden uitleners via het overgangsrecht gestimuleerd om zich vóór 1 januari 2026 te melden en vóór 1 juli 2026 een toelating aan te vragen. Vervolgens kan de Arbeidsinspectie vanaf 1 januari 2027 beginnen met handhaven bij uitleners en inleners.
Reacties
Branchevereniging ABU steunt de beslissing van de minister om meer tijd te nemen voor een zorgvuldige implementatie. Jurrien Koops, directeur van de ABU: “De invoering van het toelatingsstelsel is een omvangrijk en complex traject met grote gevolgen voor de uitzend- en payrollbranche. Ik vind het verstandig dat de minister meer tijd neemt voor een zorgvuldige uitvoering. Dat is ook in het belang van de effectiviteit van het stelsel. Kwaliteit en zorgvuldigheid zijn belangrijker dan snelheid.”
Ook de NBBU is voor uitstel. Zij stelt dat zorgvuldig gekeken moet worden naar de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel en de effectiviteit en betaalbaarheid van het toelatingsstelsel. “Dit geldt niet alleen voor de ondernemers, maar ook voor de organisatie die verantwoordelijk is voor de uitvoering en handhaving. Wij vinden het dan ook belangrijk dat de uitvoeringstoetsen correct en zorgvuldig worden uitgevoerd.”