Whk-beschikking 2020 onderstreept belang grip op ziekteverzuim

0

De Whk-beschikkingen voor 2020 zijn binnen. Publiek verzekerde uitzenders weten nu welke kosten ze komend jaar moeten maken voor de Ziektewet en de WGA. Veel reden tot vrolijkheid zal dat niet geven: premiestijgingen en fors oplopende kostenrisico’s bepalen het beeld. Hoog tijd dus om na te denken hoe u grip krijgt op de schadelast en de kosten.

Vooral bij de Ziektewet is het voor veel uitzenders slikken. De uitzendsector krijgt hier te maken met grote kostencorrecties door de afschaffing van sectorverloning. Maar ook niet-sectorverloners zien hun kosten en risico’s fors stijgen. Intussen blijft op de achtergrond ook bij de WGA de collectieve schadelast oplopen.

Fors hoger kostenrisico grote sectorverloners

Bij de Ziektewet valt de grootste klap bij grote uitzenders die nu nog sectorverloning toepassen. Gedwongen verhuizing naar sector 52 confronteert hen met een (fors) hogere maximumpremie. In 2020 bedraagt die 10,02%, een groot contrast met de 2,08% waar ze bij ongestoorde voortzetting van sectorverloning mee te maken hadden gehad. Een stijging van het kostenrisico met wel 7,94%!

Kostenstijging kleine sectorverloner

Kleine uitzenders die sectorverloning toepassen, zien hun kosten door afschaffing van die methode zelfs gegarandeerd stijgen. In welke vaksector zij nu ook actief zijn: overgang naar de sectorpremie van sector 52 (5,73% in 2020) pakt voor hen negatief uit. Het nadeel is minimaal 4,21% (sectorpremie Werk en re-integratie: 1,52%) en kan oplopen tot 5,67% (sectorpremie Banken: 0,06%). Ten opzichte van twee vaksectoren waar sectorverloning nu veel wordt toegepast bedraagt het maar liefst 5,38% (Havenbedrijven en Zakelijke dienstverlening III: beide 0,35%).

Lees ook: Deadline Ziektewet en WGA 2019 gemist? Grijp uw kans in 2020!

Ook niet-sectorverloner lijdt pijn

Ietsje minder negatief, dat is de beste omschrijving van het beeld voor de niet-sectorverloners. Voor grote uitzenders die nu al in sector 52 opereren stijgt het kostenrisico met 1,54% omdat de maximumpremie van 8,48% naar 10,02% gaat. Hun kleinste sectorgenoten zien de kosten stijgen met 0,88% omdat de sectorpremie oploopt van 4,85% naar 5,73%. Middelgrote niet-sectorverloners, ten slotte, krijgen te maken met een mengvorm van deze financiële pijn. Bij het individuele deel van hun Ziektewetpremie geldt voor hen de hogere maximumpremie voor grote werkgevers. En bij het sectorale deel de stijgende sectorpremie van sector 52.

Private oplossing wordt interessanter

Kortom, wat voor uitzendonderneming u ook heeft: als u publiek verzekerd bent, gaan uw kosten komend jaar vrijwel zeker omhoog. Dit maakt het altijd zinvol om na te gaan of u meer grip kunt ontwikkelen op uw schadelast. Dit kan door eigenrisicodrager te worden en een private oplossing in te richten voor ziektebegeleiding, re-integratie en uitbetaling van de uitkeringen. Door de oplopende kosten van publieke verzekering neemt de kans op lonende investeringen alleen maar verder toe.

Ook de WGA geeft stof tot nadenken

Wilt u zo snel mogelijk gaan eigenrisicodragen, dan is 1 april 2020 de uiterste datum waarop u dit aan de fiscus kunt melden. Bij akkoord stapt u uit per 1 juli van dat jaar. Tip: gaat u aan de slag met de voorbereidingen, overweeg dan meteen ook het eigenrisicodragerschap voor de WGA. Komend jaar stijgt de gemiddelde WGA-premie van 0,75% naar 0,76%. Dat oogt niet spectaculair, maar een sterk gegroeide publiek verzekerde loonsom vertekent het beeld. De oplopende collectieve schadelast en gemiddelde werkgeversrisicopercentages (van 0,41% naar 0,48%) voorspellen weinig goeds.

Dit artikel is gesponsord door Acture.

 

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

Reageer