Het kan een keer voorkomen dat je een presentatie moet
houden over een onderwerp. Dan is het nuttig om de volgende spreektips te gebruiken.
Vijftien praktijktips voor het geven van presentaties:
1. Gebruik een spiekbriefje met alleen trefwoorden (in een wat grotere
corpsgrootte).
2. Als ruggesteun kunnen de openingszinnen wel voluit geschreven
2. Als ruggesteun kunnen de openingszinnen wel voluit geschreven
worden.
3. Noteer op het spiekbriefje ook de beeldwisselingen en andere
3. Noteer op het spiekbriefje ook de beeldwisselingen en andere
regieaanwijzingen.
4. Oefen tijdig en voldoende, want tijdens de presentatie oefenen kan niet
4. Oefen tijdig en voldoende, want tijdens de presentatie oefenen kan niet
meer.
5. Probeer om contact te leggen mét het publiek.
6. Met name oogcontact is een erg belangrijk middel daarbij.
7. Spreekangst is normaal, na enkele minuten gaat het over. Laat er in
5. Probeer om contact te leggen mét het publiek.
6. Met name oogcontact is een erg belangrijk middel daarbij.
7. Spreekangst is normaal, na enkele minuten gaat het over. Laat er in
ieder geval zo min mogelijk van merken. Want uit ervaring blijkt
dat het publiek het vaak helemaal niet door heeft.
8. Ademen of eigenlijk ‘a-d-e-m-e-n’ is belangrijk voor een succesvolle
8. Ademen of eigenlijk ‘a-d-e-m-e-n’ is belangrijk voor een succesvolle
presentatie. Wie kalm ademt, spreekt namelijk veel beter.
9. Een goede spreker tracht zoveel mogelijk zichzelf te zijn.
10. Vertel steeds vóór het klikken wat de volgende sheet behandelt.
11. Het publiek kan niet even terugbladeren, herhaal daarom zo nu en dan
9. Een goede spreker tracht zoveel mogelijk zichzelf te zijn.
10. Vertel steeds vóór het klikken wat de volgende sheet behandelt.
11. Het publiek kan niet even terugbladeren, herhaal daarom zo nu en dan
de rode lijn.
12. Leg de toehoorders altijd kort uit, hoe een grafiek in elkaar zit.
13. Blijf niet achter het sprekersgestoelte staan, dat belemmert het contact
12. Leg de toehoorders altijd kort uit, hoe een grafiek in elkaar zit.
13. Blijf niet achter het sprekersgestoelte staan, dat belemmert het contact
met het publiek.
14. Herhaal een gestelde vraag voor de hele zaal.
15. Een goede toespraak is vooral een goed gesprek.
14. Herhaal een gestelde vraag voor de hele zaal.
15. Een goede toespraak is vooral een goed gesprek.
Auteur: Sander Schroevers