De gemiddelde loonstijging in nieuwe cao’s is in april gedaald naar 3,7 procent. Voor het eerst in ruim tweeënhalf jaar ligt de stijging daarmee onder de 4 procent, meldt werkgeversvereniging AWVN.
AWVN ziet dit als een teken dat de loonafspraken “eindelijk” weer dalen. De organisatie maakt zich al langer zorgen over te hoge loonstijgingen, vooral in sectoren met economische tegenwind, zoals de industrie. Volgens AWVN zijn de vooruitzichten daar soms “ronduit slecht”.
Blijven hangen
Sinds het hoogtepunt van 8 procent in juni 2023 dalen de cao-loonafspraken al, maar sinds afgelopen najaar bleef het gemiddelde hangen op iets boven de 4 procent. Over heel 2025 ligt het gemiddelde tot nu toe op 4,1 procent.
AWVN noemt de situatie in de industrie zorgelijk. “Afschaling van productiecapaciteit en reorganisaties vinden nu bij diverse industriële bedrijven plaats, soms zelfs gevolgd door bedrijfssluiting.” De werkgeversvereniging roept vakbonden op om bij onderhandelingen rekening te houden met de gezondheid van bedrijven.
Doorn in het oog
De standaard looneis van 7 procent van vakbond FNV is werkgevers een doorn in het oog. Zij vinden dat zulke eisen losstaan van de werkelijke situatie bij bedrijven.
In april zijn er 31 nieuwe cao’s afgesloten, goed voor 104.000 werknemers. Deze loonafspraken bepalen wat zij de komende twaalf maanden aan loonsverhoging mogen verwachten.
Lees ook: Zzp’ers in kinderopvang keren massaal terug naar loondienst
