De ondernemingsraad van Albert Heijn e-Commerce heeft adviesrecht bij de contracten die het concern sluit met uitzendbureaus, oordeelde de Hoge Raad.
Het conflict draait om de raamovereenkomsten die de online-tak van Albert Heijn sluit met uitzendbureaus. Ongeveer 90% van de mensen werkt daar via een uitzendbureau.
De ondernemingsraad eiste adviesrecht bij elke vernieuwing van raamovereenkomsten. Toen Albert Heijn dat niet gaf, stapte de OR naar de Ondernemingskamer. De OR voerde aan dat het groepsgewijs inlenen van arbeidskrachten adviesplichtig is. Bovendien mag de inzet van uitzendkrachten niet worden gebruikt om te concurreren met de beloning van het vaste personeel van AH e-Commerce. “Voorafgaande betrokkenheid van de ondernemingsraad is van belang om deze aspecten voldoende in de raamovereenkomsten te borgen”, aldus de OR.
Gebruikelijke procedures
De Ondernemingskamer stelde Albert Heijn in het gelijk, omdat de tweejaarlijkse tenders en raamovereenkomsten gebruikelijke procedures zijn. Daarop stelde de OR cassatie-beroep in bij de Hoge Raad.
Die verwerpt het besluit van de Ondernemingskamer. Volgens de Hoge Raad doet het er niet toe of de raamovereenkomsten wel of niet gebruikelijk zijn. De ondernemingsraad heeft adviesrecht bij élk besluit tot het groepsgewijs inlenen van arbeidskrachten, oordeelt de Hoge Raad.
Hoge Raad, 3 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1514