Uitzendkrachten en andere werknemers met een flexibel arbeidscontract hebben meer risico op armoede dan werknemers met een vast contract.
In 2009 waren er 370.000 werkenden, die ondanks dat zij betaald werk hadden, een huishoudensinkomen hadden dat zo laag was dat ze onder de armoedegrens leefden.
Van de mensen die onder de lage-inkomensgrens leefden, was 28 procent flexwerker, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitzendkrachten en andere werknemers met een flexibel contract maken daarentegen slechts 9 procent uit van de groep werknemers met een hoger inkomen.
De verklaring kan gezocht worden in het feit dat flexwerkers vaker periodes zonder werk, en dus ook zonder inkomen, kennen.
