Een op de vijf flexkrachten heeft voorkeur voor flexibel werk. Vooral onder parttimers, oproep- en invalkrachten, blijkt behoefte te zijn aan een flexibel arbeidscontract.
Dit blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2015 van TNO en CBS en de Enquête Beroepsbevolking (EBB) van CBS.
Flexcontract uit noodzaak
Bijna 17% van de werknemers van 25 jaar of ouder had in 2015 een flexibele arbeidsrelatie. Voor veruit de meesten van hen geldt dat zij een flexcontract hebben uit noodzaak; zij zijn nieuw bij hun huidige werkgever of hebben geen vaste baan kunnen vinden.
Parttimers behoefte aan flex
Bijna 20% van alle flexwerkers geeft daarentegen aan juist behoefte te hebben aan flexibiliteit of zegt geen behoefte te hebben aan zekerheid. Vooral onder parttimers, oproep- en invalkrachten, blijkt behoefte te zijn aan een flexibel arbeidscontract. Van de flexkrachten met een parttime baan van minder dan 20 uur per week, zegt 40% behoefte te hebben aan een flexibel arbeidsontract. Van de fulltime flexkrachten stelt slechts 7% behoefte te hebben aan een flexcontract.
Flexwerkers vaker tevreden met werk
Vergeleken met andere werknemers zijn flexwerkers vaker tevreden met hun werk en melden ze minder vaak burn-outklachten. Bijna 9% van de flexwerkers die aangeven dat ze een voorkeur hebben voor een flexibele arbeidsrelatie, heeft burn-outklachten gemeld. Dat is minder dan onder zowel werknemers met een vaste arbeidsrelatie (14%) of onder overige flexwerkers (17%).
Bron: TNO
Lees ook: Werknemers staan open voor flexcontract
