Het kabinet schrapt de 24-wekeneis voor asielzoekers die willen werken, omdat deze eis in strijd is met de Europese Opvangrichtlijn.
De 24-wekeneis stelt dat asielzoekers binnen een tijdsbestek van 52 weken maximaal 24 weken betaald werk mogen uitvoeren. De Raad van State oordeelde deze week dat zo’n eis in strijd is met de Europese Opvangrichtlijn. Die stelt dat asielzoekers ‘effectieve toegang’ tot de arbeidsmarkt moeten hebben.
Asielzoekers mogen voortaan meer dan 24 weken per jaar werken als hun asielaanvraag minstens zes maanden in behandeling is. Om te mogen werken moet de werkgever wel een tewerkstellingsvergunning hebben. Nu er duidelijkheid is van de hoogste bestuursrechter, kan per direct een tewerkstellingsvergunning worden afgegeven voor langer dan 24 weken. De einddatum van de vergunning wordt nu gekoppeld aan het einde van de verblijfsstatus.
Andere belemmeringen
Statushouders, ofwel asielzoekers met een verblijfsstatus, hebben nu vaak moeite om een baan te vinden. Dat komt onder meer doordat ze tijdens de asielprocedure alleen tijdelijk werk mogen doen. Regioplan heeft onderzoek gedaan naar belemmeringen voor asielzoekers om aan het werk te gaan.
Volgens Regioplan kan het afschaffen van de 24-weken-eis pas werkelijk voor verschil zorgen als ook genoeg andere belemmerende factoren worden aangepakt. Zo zijn er problemen bij het krijgen van een burgerservicenummer en is het voor werkgevers ingewikkeld om een tewerkstellingsvergunning te vragen. De waardering van buitenlandse diploma’s is nog een obstakel waar werkgevers tegenaan lopen. Op dit moment worden verschillende mogelijkheden uitgewerkt om belemmeringen te beperken of weg te nemen, zodat een volgend kabinet hierover kan besluiten.