Er bestaan grote verschillen tussen steden als het gaat om het aan werk helpen van gehandicapten.
Zo slaagt Amsterdam erin om 41 procent van de mensen die in aanmerking komen voor een sociale werkplaats in een ‘gewone’ baan aan de slag te krijgen. In Rotterdam is dat 28 procent en in Den Haag maar 16 procent.
Wet werken naar vermogen
Dat blijkt uit een nota die staatssecretaris Paul de Krom van Sociale Zaken vrijdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De Krom gaat hier in op kritiek op zijn voorstel voor een nieuwe Wet werken naar vermogen (WWNV). Het doel daarvan is uitkeringsgerechtigden en gehandicapten meer kansen te bieden op de arbeidsmarkt. Hierbij worden bijstand, sociale werkvoorziening en de Wajong-regeling voor jonggehandicapten grotendeels samengevoegd.
Te veel gekort op budget
De gemeenten hebben veel bezwaren tegen deze aanpak, omdat ze te veel op hun budget gekort zouden worden. Ook bij de oppositie in de Kamer leeft die kritiek. Maar volgens De Krom hebben de gemeenten de kosten grotendeels in eigen hand. Naarmate ze er beter in slagen mensen met een beperking aan een reguliere baan te helpen, zijn ze goedkoper uit.
Volgens De Krom is het noodzakelijk te zorgen voor een groter arbeidsaanbod met het oog op de vergrijzing. Hij vindt het niet verstandig hiermee te wachten omdat het op dit moment niet goed gaat met economie en werkgelegenheid. Ook tien jaar geleden stagneerde de economie en liep de werkloosheid op, betoogt hij. Het toenmalige kabinet hervormde toch de WAO en de bijstand en schafte de VUT af. Die maatregelen droegen later bij aan “een stevig herstel’’.
De Kamer bespreekt het voorstel van De Krom later deze maand.
