Wat is dan het bestaansrecht van de sociale partners?

0

Steeds meer onderwerpen die van oudsher op het terrein van werkgevers- en werknemersverenigingen liggen, worden vastgelegd in wet- en regelgeving. Is dat een goede ontwikkeling, vraagt Hendarin Mouselli (VRF Advocaten) zich af.

De rol die sociale partners de afgelopen jaren voor uitzendwerkgevers en uitzendkrachten hebben vervuld, maakt dat ze voor een groot deel tot ‘medewetgever’ zijn geworden. Veel arbeidsvoorwaarden van uitzendkrachten worden per slot van rekening geregeld in de uitzend-cao’s. Daardoor zijn de rechten van uitzendkrachten in deze cao’s versterkt.

Alles wat er nog gaat komen

Tegelijkertijd zie je dat steeds meer onderwerpen, die tot voor kort tot het terrein van werkgevers- en werknemersverenigingen behoorden, worden vastgelegd in wet- en regelgeving. Denk aan de uitzondering van payrolling op het uitzendregime. En de verhoging van het wettelijk minimumloon per eind 2024 en de regels voor internationale detachering. Maar ook alles wat er nog gaat komen in het licht van de uitbreiding van de gelijke behandeling van uitzendkrachten, de beperking van het uitzendregime en het verplichte certificeringsstelsel. Is dat een goede ontwikkeling voor het bestaansrecht van werkgevers- en werknemersverenigingen?

Aan de ene kant kun je betogen dat het een goede ontwikkeling is dat steeds meer onderwerpen met betrekking tot uitzendkrachten in wet- en regelgeving worden vastgelegd. Kennelijk zijn de sociale partners er niet of onvoldoende in geslaagd om dat zelf te regelen. Dus grijpt de wetgever maar in, ter bescherming van uitzendkrachten.

Welke rol vervullen de sociale partners nog is in de payrollsector?

Minimumloon van 14 euro bruto

Aan de andere kant kun je het standpunt innemen dat het geen goede ontwikkeling is dat steeds meer onderwerpen in wet- en regelgeving worden gegoten. Kijk maar eens naar wat er is gebeurd met de payrollsector. Wat is daar nog overgebleven van de rol die sociale partners vervullen? Weinig tot niets. Of wat dacht je van de invoering van de Europese regels met betrekking tot het minimumloon. Als eind 2024 het minimumloon in Nederland naar 14 euro bruto per uur gaat en werkgevers in Nederland moeten dat gaan betalen, dan kun je dat zien als een vooruitgang voor werknemers. Maar is dat wel zo? De meeste minimumloonverdieners zijn volgens onderzoek jonge mensen die parttime werken en het zijn veelal laagverdieners binnen een huishouden met een hoog inkomen.

Het is vanuit deze inzichten nog maar de vraag of de verhoging van het minimumloon op de juiste plek terechtkomt. Er kan zich een scenario voordoen (waar vakbonden wellicht op hopen) dat werkgevers straks meer willen bieden dan 14 euro bruto per uur. Het kan echter ook anders uitpakken, zoals in de situatie dat werkgevers niet meer kunnen of willen betalen.

De slang die in zijn staart beet

Als dat tweede scenario zich voordoet, zijn er naar mijn mening nog maar weinig successen te behalen voor sociale partners. Dit kan het draagvlak van cao’s raken, en daarmee het bestaansrecht van werknemers- en werkgeversverenigingen. Het effect van de behaalde successen zou dan eerder iets weg hebben van de slang die in zijn eigen staart beet.

Deze blog werd gepubliceerd in de juni editie van Flexmarkt-magazine. Flexmarkt magazine is digitaal beschikbaar voor abonnees van Flexmarkt pro.

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

Reageer