‘Nieuw inzicht in dynamiek op arbeidsmarkt’

1

Jongeren wisselen vaker van baan dan ouderen. Allochtonen doen dit vaker dan autochtonen. Vooral de schoonmaaksector, de horeca en uiteraard de uitzendsector kennen veel baanwisselaars, aldus de Raad voor Werk en Inkomen.

In het openbaar bestuur en het onderwijs zijn er weinig baanwisselaars te vinden, aldus de RWI.

In februari 2009 heeft de RWI het onderzoek ‘Omvang, aard en achtergronden van baanbaan-mobiliteit’ gepubliceerd. Als vervolg daarop heeft het CBS in opdracht van de RWI de rapportage ‘Bewegingen op de Nederlandse arbeidsmarkt 1999-2008’ uitgebracht. Daarin wordt voor de periode 1999-2008 niet alleen gekeken naar de baan-baan-mobiliteit, maar in brede zin naar de instroom en de uitstroom op de arbeidsmarkt.

Groei beroepsbevolking

Op basis van deze rapportage heeft de RWI de special “Dynamiek op de arbeidsmarkt 1999-2008” opgesteld. In de periode 1999-2008 is de potentiële beroepsbevolking met 3,5 procent gegroeid. Vanaf 2004 is deze groei afgezwakt en daarna weer aangetrokken. Deze ontwikkelingen worden voor een groot deel veroorzaakt door het migratiesaldo.

Een steeds groter deel van de potentiële beroepsbevolking heeft inkomen uit arbeid (62 procent in 1999 en 66 procent in 2008). Deze toegenomen arbeidsparticipatie ging gepaard met een afnemende uitkeringsafhankelijkheid.

Werkgelegenheid in de verschillende sectoren

In de periode 1999-2008 is op sectoraal niveau sprake van verschillende
werkgelegenheidsontwikkelingen. De welzijnssector en de zakelijke dienstverlening zijn wat betreft de werkgelegenheid de grootste sectoren. De bouw en de metaalnijverheid zijn krimpsectoren. Sommige sectoren zijn voor wat betreft hun werkgelegenheidsontwikkeling sterk afhankelijk van de conjunctuur (bijvoorbeeld de uitzendbranche), andere sectoren krimpen of groeien ongeacht de conjunctuur (bijvoorbeeld de zorg en het onderwijs). 

Instroom in sectoren

De instroom in sectoren bestaat landelijk gezien voor meer dan de helft uit werknemers uit een andere sector. Het aandeel in de instroom van schoolverlaters is ca. 20 procent en zo’n 10 procent van de instroom betreft werkzoekenden die vanuit een uitkeringssituatie een baan hebben gevonden. 

Van de personen die de sector waarin ze werken verlaten, gaat landelijk gezien 57 procent naar een baan in een andere sector. 27 procent stroomt uit naar een uitkering, opleiding of werk als zelfstandige. De resterende uitstromers (16 procent) betreffen vooral niet-uitkeringsgerechtigden, emigranten en personen die overleden zijn. Zowel voor wat betreft de instroom, als de uitstroom is sprake van aanzienlijke sectorale verschillen.

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

1 reactie

Reageer