Voor het eerst is er weer sprake van een (lichte) omzetgroei in de uitzendbranche. In november daalde het aantal uitzenduren met 3%, maar steeg de omzet van de uitzendsector met 2% in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar.
Dat blijkt uit de ABU MarktMonitor over periode 12 (week 45-48).
De ontwikkelingen per sector zijn als volgt:
- administratieve sector: het aantal uitzenduren steeg met 2% en de omzet is gestegen met 4% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
- industriële sector: het aantal uitzenduren daalde met 1% en de omzet steeg met 6% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
- technische sector: het aantal uitzenduren daalde met 29% en de omzet daalde met 19% in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar.
In de afgelopen periodes nam de krimp in uitzenduren en de daling in omzet van de uitzendbranche al geleidelijk af sinds het uitbreken van de coronacrisis. De voorgaande periode (periode 11) kende nog slechts een zeer bescheiden daling van de omzet in de uitzendbranche (-2%). Nu is er dus voor het eerst sinds heel lange tijd weer een groei van de omzet in de uitzendsector zichtbaar. Het toont aan dat de uitzendsector zich ondanks de voortdurende coronamaatregelen snel heeft weten te herstellen.
Opvallende stijging uurtarieven
Wim Davidse (hoofdredacteur Flexmarkt en oprichter Dzjeng) zegt in een eerste reactie op de ABU-cijfers dat hem drie zaken opvallen:
- in de vorige periode (periode 11) liet de industriële sector al een kleine omzetgroei zien. ‘Dat was al de eerste zwaluw’.
- de uitzenduren zitten in de afgelopen periode (periode 12) nog wel altijd in de krimp.
- het gemiddelde uurtarief is flink gestegen; zo’n +6%, afgaand op de ABU MarktMonitor.
Davidse: “Vooral punt 3 is zeer ongebruikelijk. Sinds de jaren ‘90 ging het namelijk als volgt: krapte op de arbeidsmarkt zorgde voor een stevige stijging van de gemiddelde uurtarieven met +4% of meer. De daarop volgende recessie zorgde ervoor dat die stijgingen weer verdwenen, tot de volgende krapte-periode.
Ook de afgelopen 2-3 jaar ging het zo. Met twee grote verschillen. Ten eerste: de recessie was in 2020 wel heel heftig, maar ook heel kort, waardoor de aanpastijd voor het tarief korter (te kort?) is geweest. Ten tweede, en zeer impactvol: de WAB zorgde afgelopen 1 januari voor een verdere verhoging van de tarieven; de meeste bureaus rekenden de premieverhogingen (gedeeltelijk) door aan de inlener.
Daardoor liggen de gemiddelde uurtarieven nu dus zo’n +6% hoger dan vorig jaar. En dat zorgt er dan weer voor dat de uitzenduren nog krimpen ten opzichte van vorig jaar, maar dat de omzet alweer boven 0 uitkomt. Dit grote verschil tussen omzet en uitzenduren in een herstelperiode is uniek voor dit jaar.
De urenontwikkeling is dus niet echt iets bijzonders – we komen gewoon uit de corona-crisis en gaan in 2021 voor verder herstel (ijs, weder en zwarte zwanen dienende). De omzetontwikkeling is dus wél bijzonder.
