LPC hard op weg naar nog meer overnames

0

Han van Horen (HOBIJ) en Cor Konings (Goodmorning) hebben elkaar gevonden in het streven naar goed werkgeverschap voor arbeidsmigranten. Samen geven zij leiding aan Labour Power Company (LPC), een groep zelfstandige uitzendbedrijven, die deze maand de 7e overname in korte tijd doet en voor dit jaar meer overnames aankondigt. “Wij zijn op zoek naar mooie uitbreidingen.”

Afgelopen zomer besloot Han van Horen, mede-oprichter in 1995 en directeur van HOBIJ in het Brabantse Veghel, om zich aan te sluiten bij de Labour Power Company (LPC), een groep zelfstandige flexbedrijven (zie kader) die onder eigen naam werken, maar elkaar versterken op terreinen als huisvesting van arbeidsmigranten, sourcing, inkoop en kennisdeling. “Ik word ook ouder, je gaat dus nadenken over de continuïteit van je bedrijf. Toen duidelijk werd dat mijn beide zoons mij niet zouden gaan opvolgen, stond ik dus voor de vraag ‘Hoe nu verder?’.” Het antwoord was na enig wikken en wegen aansluiten bij LPC, waarin Van Horen zich tegelijkertijd heeft ingekocht en dat hij nu samen met Cor Konings leidt.

Want het was Cor Konings, DGA van Goodmorning in Etten-Leur, die een jaar eerder LPC startte. Konings komt uit de financiële dienstverlening en is in de uitzendwereld gerold. “In ben vanaf 2014 betrokken bij Goodmorning, eerst ad interim en later als mede-eigenaar. We hebben onze omzet weten te verdubbelen tot 70 miljoen euro in 2018 en toen stond ik ook voor de vraag ‘Hoe nu verder?’ Meer van hetzelfde of echt een strategisch plan maken om te groeien?“

Cor Konings
Cor Konings. oprichter van LPC

Schaalvergroting nodig

Konings zoekt de groei in overnames van bedrijven die goed ingevoerd zijn in dezelfde sector. “Je zoekt naar uitzenders die complementair zijn, kwaliteit leveren en geografisch goed aansluiten. Vandaar dat we al gauw bij HOBIJ uitkwamen.”

Goodmorning is vooral actief in glastuinbouw, AGF en voedingssector, HOBIJ in de logistiek, industrie en techniek. De beide Brabantse uitzenders zijn gespecialiseerd in het bemiddelen van arbeidsmigranten (zelf spreken ze liever van ‘buitenlandse werknemers’). Daar zijn voordelen door schaalvergroting te behalen. Konings. “We gaan voor een landelijke dekking. Dat heeft te maken met de schaalvergroting van klanten. Als zij meerdere vestigingen in het land hebben, moet je die ook kunnen bedienen. En dan moet je dus de huisvesting kunnen regelen. Daarbij is lokale, regionale kennis van de huisvestingsmarkt van belang.”
Een andere reden om samen te werken is het steeds complexer worden van wet- en regelgeving. Van Horen: “De laatste tien, vijftien jaar is er meer wet- en regelgeving gekomen dan in 30 jaar daarvoor. Er is vanuit de politiek duidelijk een beweging om de uitzendbranche om te vormen. Dat past overigens bij onze filosofie; wij willen de mensen meer zekerheid bieden. Het helpt als je groter bent. Als je kleiner bent, is het lastiger om compliant te zijn en continu die wet- en regelgeving bij te houden.”

Scheiding bed en baan is lastig

Volgens het voorstel van het Aanjaagteam arbeidsmigranten moeten er meer en strengere regels komen voor het bemiddelen en huisvesten van werknemers uit andere, meestal Oost-Europese landen. “Wij onderschrijven de aanbevelingen van het rapport Roemer. Dat doen wij niet alleen, ook de ABU en eigenlijk de hele branche doet dat”, zegt Van Horen.
Toch is het in de praktijk nog niet zo gemakkelijk. Zo stelt Roemer dat ‘het arbeidscontract en het huurcontract moet worden losgekoppeld’ (scheiding bed en baan) om afhankelijkheid van de werkgever tegen te gaan. “Praktisch gezien is dat lastig uitvoerbaar. We hebben een zorgplicht richting onze mensen. We kunnen hen in deze moeilijke huizenmarkt niet hierheen halen en een paar telefoonnummers geven van makelaars en zeggen ‘succes ermee’. Dat gaat niet.”

Kon het maar, arbeidsmigranten bemiddelen zonder huisvesting. Dan zou de winst van HOBIJ en Goodmorning zeker omhoog gaan.”
Cor Konings

Het idee dat uitzendwerkgevers verdienen aan de huisvesting van arbeidsmigranten spreekt Van Horen tegen. “Als wij op deze krappe arbeidsmarkt teveel geld zouden vragen voor huisvesting, gaan de mensen gewoon een deur verder. Het marktmechanisme zorgt ervoor dat de huren marktconform zijn”, stelt Van Horen. Sterker nog. “Op dit moment accepteren wij dat we verlies maken op huisvesting. Wij weten dat huisvesting een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde is voor arbeidsmigranten om bij ons te blijven. Je moet als uitzender dus goed je best hiervoor doen.”
Konings vult zijn zakenpartner aan. “Kon het maar, arbeidsmigranten bemiddelen zonder huisvesting. Dan zou de winst van HOBIJ en Goodmorning zeker omhoog gaan.” Het gaat bij deze twee labels om grootschalig huisvesten, duizenden bedden, waarvoor het bedrijf zo comfortabel mogelijke huisvesting in de buurt van het werk wil regelen. Zo heeft Goodmorning in het voormalige klooster Stella Maris in Steenbergen 400 mensen gehuisvest die werken in het glastuinbouwgebied in het nabij gelegen Dinteloord. Konings: ”Die gaan met de oranje opoefiets naar het werk Dat is natuurlijk veel aantrekkelijker dan elke dag 50 of 60 kilometer moeten rijden met z’n vijven in een auto.”
Dat lukt niet altijd, geven zij toe. “Net als op de woningmarkt schort het op de huisvestingsmarkt aan beschikbare woningen. De tekorten lopen alleen maar verder op.” Maar Van Horen ziet duidelijk verbetering waar het gaat om huisvesting van arbeidsmigranten. “De SNF-normen zijn aangescherpt. Waar eerst steekproeven werden gehouden, worden nu alle woningen gekeurd. Dat is een goede ontwikkeling.”
Nieuwe huisvestingsprojecten opzetten is nodig, maar een kwestie van de lange adem, weet Konings. “Waar aan de onderkant huisvestingslocaties afvallen, moet er aan de bovenkant meer bijkomen. Er zijn voldoende initiatieven, maar de doorlooptijd is veel te lang. Je loopt tegen allerlei praktische problemen aan en er is weerstand. Dat hebben we ook met Roemer besproken en hij onderschrijft dat ook. Daar zou meer urgentie aan moeten worden gegeven.”

Als wij op deze krappe arbeidsmarkt teveel geld zouden vragen voor huisvesting, gaan de mensen gewoon een deur verder. Het marktmechanisme zorgt ervoor dat de huren marktconform zijn.”
Han van Horen

Filipijnen

Want de behoefte aan arbeidsmigranten blijft op de steeds krappere arbeidsmarkt. En het is steeds moeilijker mensen uit de traditionele landen als Polen te recruteren. “De economie daar ontwikkelt zich goed en de bevolking krimpt. Daardoor is er steeds minder aanbod. In Polen halen ze mensen van buiten Polen om in Polen te werken”, legt Van Horen uit.
Konings: “Het probleem verschuift zich nu binnen Europa. Dus we zullen er niet aan ontkomen dat we mensen van buiten de EU moeten halen”. De nieuwe arbeidsmigranten? Die komen uit Oekraïne, Filipijnen, India of Indonesië of andere landen met jongere bevolking. Nu is er nog de beperking dat er voor deze mensen geen werkvergunning wordt afgegeven, maar dat is wel nodig. Van Horen: “We pleiten voor liberalere regels, onder meer via de ABU, want we hebben straks geen mensen meer beschikbaar. Dat is wel een zorg. Je kunt beter een goed systeem hiervoor opzetten dan wegkijken. Want het probleem lost zichzelf niet op. Dan komen er partijen die buiten de regels om dingen gaan doen. Dat gebeurt al, kleinschalig. Gelukkig wagen professionele klanten zich daar niet aan. Want daar is niemand bij gebaat.”

Consolidatieslag

Er werken jaarlijks honderdduizenden arbeidsmigranten in Nederland. De drie grootste bemiddelaars die zich hiermee bezig houden zijn OTTO Work Force, Covebo en dus Labour Power Company (LPC). Er is een consolidatieslag gaande in de markt van intermediairs van ‘internationale medewerkers’ zoals zij het zelf graag noemen.
OTTO Work Force is de grootste van de drie en bemiddelt ruim 25.000 arbeidsmigranten in Nederland, Duitsland en Polen. OTTO boekte in 2021 een omzet van € 660 miljoen. CEO Frank van Gool heeft onlangs, bij de overname van branchegenoot Axell Employment, aangegeven dat hij de ambitie heeft om in 2023 door de omzetgrens van een miljard euro te gaan. 

7e overname LPC

Labour Power Company (LPC) wil niet achterblijven en is zeer actief op overnamepad. Het consortium van uitzendbedrijven bestaat inmiddels uit Goodmorning, HOBIJ, Job Invest, Kobus Personeel & Organisatie, Eurodetach en My Flexwork en Duijndam Uitzendgroep. En waarschijnlijk zullen dit jaar meer overnames volgen.
Van de labels binnen LPC zijn met name Goodmorning en HOBIJ gespecialiseerd in het bemiddelen van grote aantallen arbeidsmigranten. LPC bemiddelt circa 10.000 internationale werknemers en is actief in onder meer de logistiek, glastuinbouw, AGF, de voedingsmiddelenindustrie, productie en techniek (electro- en installatietechniek). De meeste recente overname meegerekend verwacht LPC in 2022 uit te komen op een totale omzet van circa 300 miljoen euro. Meer overnames zijn zeker te verwachten. LPC’s ambitie is om door te groeien naar een omzet van meer dan 500 miljoen euro.

Klik hier om het hele artikel te lezen.

Dit artikel, geschreven door Arthur Lubbers, wordt gepubliceerd in de maart-editie van Flexmarkt magazine. Flexmarkt magazine is digitaal beschikbaar voor abonnees van Flexmarkt pro.

 

Met Flexmarkt pro heb je exclusief toegang tot:
✅ verdiepende en analyserende artikelen
✅ de verzuim- en transitietool
✅ handige voorbeelddocumenten, zoals de oproep – en vaststellingsovereenkomst
✅ antwoord op tientallen juridische flexvragen
✅ Flexmarkt magazine: het laatste nummer en archief
Waar nodig is deze informatie juridisch getoetst door onze arbeidsrechtadvocaten.

Abonneer je hier op Flexmarkt Pro (nu eerste maand 1 euro)

 

Volg Flexmarkt op LinkedIn:

Over Auteur

Reageer