Wat motiveert jou, je collega’s en je flexkrachten?
Motivatie zorgt voor werkplezier en maakt de dagelijkse werkzaamheden zinvol. Motivatie is ook ongrijpbaar. Wanneer ben je echt gemotiveerd? Vaak komen mensen niet verder dan: Wat wil ik? Waarheen? Waarvoor? Je kunt motivatie concretiseren. Zo kun je bij jezelf een motivatiepatroon vaststellen en worden de redenen voor je gedrag duidelijk.
Bij het vaststellen van een motivatiepatroon kijk je naar:
- De centrale drijfveer in je werk
Bijvoorbeeld: je bent niet tevreden met uitvoerende taken en zoekt manieren om hogerop te komen. - De vaardigheden die het meest motiveren
De meeste mensen hebben vijf tot acht vaardigheden die zij gemotiveerd gebruiken. Bijvoorbeeld:
– Actief management van het uitzendteam.
– Observeren van de werkwijze van de leidinggevende en daar zo goed mogelijk op inspelen.
– Procedures voor werkzaamheden vaststellen.
– Luisteren naar belangen van inleners en uitzendkrachten en daar een bemiddelende rol in spelen. - Materie
Welke materie krijgt de voorkeur in het werk? Sommige mensen werken het liefst met concrete zaken, zoals materialen of machines. Anderen werken beter met abstracties, zoals concepten en beleid. Er is ook de ‘sociale materie’ . Veel intercedentes hebben goed ontwikkelde sociale vaardigheden en werken graag met mensen. - Werkomstandigheden
Er zijn mensen die ‘leven’ van vernieuwing. Zij zijn constant op zoek naar nieuwe uitdagingen, een nieuwe werkwijze. Er zijn er ook die optimaal functioneren in een vertrouwde omgeving met voorspelbare omstandigheden. - Werkrelaties
De intercedente kan verschillende rollen vervullen:
– gericht op de eigen bijdrage als deelnemer aan het team.
– gericht op het beïnvloeden van anderen.
– gericht op leiderschap.
Auteur: Inge Berg