Feedback geven

0

Feedback is voor intercedenten een belangrijk instrument om de ontwikkeling
van uitzendkrachten te stimuleren.

Het geven van feedback is echter geen sinecure. Onderstaande vragen kunnen u helpen om de kritiek een opbouwend karakter te geven. Dit komt de kwaliteit van de feedback ten goede.
  • Heeft de feedback betrekking op de persoon of op waargenomen en aanwijsbaar gedrag
  • Is de feedback beschrijvend van aard?   
  • Is de feedback specifiek en gericht op duidelijk omschreven gedrag?
  • Wordt de feedback zodanig geformuleerd dat er sprake is van opbouwende kritiek?
  • Bevat de gegeven feedback alternatieven en/of wordt om alternatieven gevraagd? 
  • Formuleert de feedbackgever in de ‘ik’-vorm? 
  • Beschrijft de feedbackgever het eigen gevoel?   
  • Beschrijft de feedbackgever de ervaren effecten van het gedrag
    van de collega?   
  • Vraagt de feedbackgever expliciet of de feedback duidelijk is voor de ontvanger?   
  • Geeft de feedbackgever te veel of te weinig argumenten?   
  • Komt de feedbackgever met schijnargumenten?   
  • Is er sprake van veroordeling van gedrag?   
  • Heeft de feedbackgever oog voor de emoties van de ontvanger?   
  • Wordt de ontvanger in staat gesteld iets met de feedback te doen?        
     

Over Auteur

Reageer