Het CBS heeft flexwerk in Nederland in kaart gebracht. Belangrijkste conclusies: de piek in flex lijkt voorbij en uitzendkrachten zijn het minst van alle flexkrachten tevreden met hun werk, inkomen en opleidingsmogelijkheden.
Ook in dit ‘coronajaar’ heeft TNO in opdracht van de ABU weer onderzoek gedaan naar het flexgedrag van werkgevers. Tot nog toe kwamen de voorspellingen vrijwel helemaal uit. Flexmarkt-hoofredacteur Wim Davidse duidt de analyses van TNO en schetst een toekomst vol kansen voor uitzenders.
De flexibele schil gaat krimpen van 28% naar 19% in 2025. Maar uitzendbureaus hebben volgens inleners specifieke toegevoegde waarde, uitzenden zal mede daarom niet kleiner worden.
De meest recente Flexbarometer bevestigt de trend: de uitzendsector krimpt, het aantal uitzendkrachten daalt en er komen meer vaste banen bij dan flexcontracten.
De dynamiek op de arbeidsmarkt is sinds 2013 flink gegroeid. In 2017 kwamen er 3,3 miljoen nieuwe banen bij, 88% daarvan zijn flexbanen. Dat meldt het CBS.
De Nederlandse economie groeit de komende jaren minder hard dan verwacht. Tegelijkertijd wordt de arbeidsmarkt steeds krapper, waardoor werkgevers ‘lokken’ personeel door hen vaste banen te bieden in plaats van flexcontracten.
Hoe hoger de opleiding, hoe groter het percentage van de flexwerkers dat doorstroomt naar een vaste baan. Van de hoger opgeleiden die in 2012 begonnen als flexkracht, stroomde 36% in de drie jaar daarna door naar een vast contract. Van de lager opgeleiden was dat 17%.