De eenmalige uitkeringen moeten duidelijk nog ingeburgerd raken bij de inleners, waardoor er veel geharrewar ontstaat of uitzendkrachten er nu wel of niet recht op hebben. Henk Geurtsen (Experts in Flex) legt in dit artikel helder uit hoe het zit.
Peildatum
Een van de issues is de peildatum. Vaak wordt er in een cao opgenomen dat medewerkers die op datum x in dienst zijn, recht hebben op de eenmalige uitkering.
Het maakt dan niet uit of iemand al lange tijd in dienst is, of nog maar net is gestart. Er is altijd recht op het volledige bedrag, tenzij er sprake is van een parttime dienstverband, dan geldt over het algemeen dat het eenmalige bedrag naar rato moet worden toegekend.
Een voorbeeld:
In de M&T-cao’s is opgenomen: “De werkgever betaalt in de maand juli 2022 aan de werknemer die op 1 juli 2022 in dienst is van de werkgever éénmalig een bedrag ad € 382,50.” Daar is aan toegevoegd dat als er gemiddeld minder dan 38 uur wordt gewerkt, dat de toekenning dan naar rato plaatsvindt.
De datum 1 juli is de peildatum, dus is een werknemer of uitzendkracht in dienst gekomen op 1 juli 2022 (of daarvoor), dan is er recht op het volle bedrag van € 382,50 als er fulltime wordt gewerkt.
Er zijn inleners die vinden dat het bedrag verlaagd moet worden als een uitzendkracht nog maar sinds kort werkt. Of ze dat ook willen doen bij een eigen werknemer blijft veelal buiten de discussie. Dat is juist het punt wat de uitzendorganisatie kan aanhalen, als er gedoe over ontstaat. Hoe dan ook, de regels moeten gevolgd worden, zowel voor de eigen werknemers van de inlener als ook voor de uitzendkrachten
Dat lijkt voor de werkgevers een dure en oneerlijke situatie, maar dat is over het algemeen helemaal niet het geval, want is een werknemer of uitzendkracht uit dienst gegaan op 30 juni 2022 (of daarvoor), dan hoeft er helemaal niets uitbetaald te worden.
En ook al pakt het voor een individuele inlener negatief uit, dit is wat de werkgeversorganisaties namens de werkgevers hebben afgesproken, dus klachten daarover horen bij dat loket thuis en niet bij de uitzendorganisatie.
Cao Kartonnage
Kartoflex (Koninklijke Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Kartonnages en Flexibele Verpakkingen) maakt het in haar communicatie helemaal bont. Op 1 juni 2022 is er een principeakkoord bereikt voor een nieuwe cao. Hierin is opgenomen: “Daarnaast ontvangt iedereen per 1 juli 2022 een eenmalige uitkering van €150,- bruto én een eenmalige uitkering per 1 januari 2023 van wederom €150,- bruto (parttimers naar rato).”
Het mag duidelijk zijn dat deze eenmalige uitkeringen ook van toepassing zijn voor uitzendkrachten. Helaas heeft Kartoflex op 8 juli jl. een bericht gestuurd naar al haar leden dat de eenmalige uitkering geldt voor medewerkers in dienst van de werkgever en niet voor uitzendkrachten.
Ik heb Kartoflex vriendelijk verzocht dit bericht te rectificeren.
Administratief gedoe
Dit soort onjuiste berichten doen er geen goed aan om acceptatie te krijgen voor de manier waarop en de reden waarom over het algemeen eenmalige uitkeringen worden toegekend.
Het alternatief voor de eenmalige uitkeringen is dat bij het afsluiten een nieuwe cao de lonen met terugwerkende kracht worden verhoogd (los van de vraag of dat juridisch kan). Dat levert gemiddeld voor de werkgevers (en ook de uitzendbureaus en payrollbedrijven) een even hoge nabetaling aan lonen op. Wat het veel duurder maakt is dat dan per persoon moet worden uitgerekend hoeveel loonsverhoging er met terugwerkende kracht moet worden uitbetaald, en dit moet dan ook nog nabetaald worden een werknemers die inmiddels uit dienst zijn. Een administratieve klus waar niemand vrolijk van wordt.
Ideaal zou ik de eenmalige uitkeringen zeker niet willen noemen, maar het is een eenvoudige methode om uitgestelde loonsverhogingen glad te trekken.
Dit is een bijdrage van Henk Geurtsen (Experts in Flex)