Er zijn verschillende nadelen aan de levensloopregeling:
- Een werkgever is niet verplicht om mee te betalen aan de levensloopregeling tenzij een CAO de werkgever daartoe verplicht;
- Een werknemer mag alleen verlof opnemen als de werkgever hiervoor toestemming geeft. Een uitzondering hierop is het wettelijk recht op ouderschapsverlof;
- Verder kan een werknemer niet gebruikmaken van een levensloopregeling en een spaarloonregeling. Een werknemer moet elk jaar kiezen: een levensloopregeling of een spaarloonregeling;
- De spaarloonregeling is over het algemeen fiscaal aantrekkelijker dan de levensloopregeling doordat het gespaarde bedrag uit het bruto inkomen (maximaal €613 per jaar) na vier jaar netto vrij beschikbaar komt. Voorstanders van de levensloopregeling wijzen er daarentegen op dat het belastingtarief waartegen later afgerekend wordt, vast lager zal zijn dan het marginale tarief waartegen het spaargeld is opgebouwd. Kortom: het is onzeker. Want de fiscale aantrekkelijkheid hangt af van het inkomen, vermogen en leeftijd van de werknemer en de ontwikkeling van de belastingtarieven.
- Een risico kan zijn dat werkgevers contracten zullen afsluiten met financiële instellingen die de werkgevers op de hoogte houden van de gepaarde saldi van werknemers. Werkgevers kunnen deze informatie misschien voor oneigenlijke doeleinden gebruiken.
Kortom: Een werknemer doet er verstandig aan om zich eerst hierover goed te laten informeren en adviseren door een financieel adviseur.