Het aantal werknemers met een vaste arbeidsrelatie is in het tweede kwartaal met 213 duizend toegenomen ten opzichte van twee jaar eerder. Het percentage werkenden met een vast dienstverband groeide daarmee naar 55,9 procent. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
De sector openbaar bestuur en overheidsdiensten kende de grootste absolute stijging, met 71 duizend vaste werknemers. Het percentage werknemers in vaste dienst bleef echter gelijk, omdat ook het aantal werknemers met een flexibel contract toenam.
Binnen de beroepsgroepen in deze sector valt op dat de toename van het aantal vaste werknemers het grootst was bij de overheidsambtenaren en -bestuurders (+22 duizend). Bij de specialisten bedrijfsbeheer en administratie (o.a. bedrijfskundigen, organisatieadviseurs en beleidsadviseurs) kwamen er 16 duizend vaste medewerkers bij. Een licht dalende trend (-9 duizend) was er juist bij de beveiligingswerkers, waaronder politie, brandweer en militaire beroepen.
In de zorg steeg dit percentage wel. Daar kwamen 60 duizend vaste werknemers bij en nam het aantal medewerkers met een flexibel contract juist af. In de overige sectoren zijn de verschillen ten opzichte van twee jaar geleden kleiner.
Lees ook Aantal interim opdrachten crasht: ‘Bedrijven beperken zich tot noodzakelijke expertise’
Vast én zelfstandig nemen toe
Het CBS ziet dat zowel het aantal werknemers met een vast contract als het aantal zelfstandigen al een aantal jaar groeit. In het tweede kwartaal van dit jaar waren er 9,8 miljoen werkenden, van wie 5,5 miljoen werknemers met een vaste arbeidsrelatie, 2,7 miljoen met een flexibele arbeidsrelatie en 1,6 miljoen zelfstandigen.
Het aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie nam sinds de coronacrisis toe, tot bijna 2,8 miljoen in het eerste kwartaal van 2023, om vervolgens weer te dalen. Het afgelopen jaar daalde het aantal flexwerkers met 64 duizend.
