De politiek moet ingrijpen op de arbeidsmarkt nu blijkt dat zelfstandigen, flexwerkers en jongeren onevenredig hard geraakt worden door de coronacrisis.
Dat staat in een advies van het Platform de Toekomst van Arbeid (PTA), meldt De Telegraaf. Ook de NOS trekt uit het advies de conclusie dat de overheid moet ingrijpen op de arbeidsmarkt omdat de ‘coronarekening’ niet eerlijk is verdeeld. Flexkrachten worden onevenredig hard verdeeld.
Aanleiding van deze nieuwsberichten is het overhandigen van het rapport met aanbevelingen van het PTA aan minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) om de Nederlandse arbeidsmarkt ‘stootvaster’ te maken.
Dit rapport (Naar een schokbestendiger arbeidsmarkt) is een vervolg op een eerder rapport Investeren in mensen van het PTA in het voorjaar, waar de effecten van corona nog niet in mee waren genomen.
Geen gewone recessie
Volgens het rapport is de coronacrisis anders dan andere recessies. ‘Een gewone conjunctuurgolf rolt langzaam van piek naar dal, waardoor conjunctuurgevoelige sectoren tijd hebben om zich voor te bereiden op krimp. Normaal neemt eerst de groei af en loopt pas een jaar later de werkloosheid op. Maar van geleidelijkheid was nu geen sprake. (..) de arbeidsmarkt kreeg direct een tik’.
De grote klappen van de coronacrisis zijn vooral gevallen bij flexkrachten en mensen met ‘kleine banen’, zo concludeert het rapport.
Lees ook: Uitzendbranche profiteert nauwelijks van herstel arbeidsmarkt
Verschil vast en flex
De coronacrisis versterkt het verschil tussen insiders (lees: vast) en outsiders (lees: flex) op de arbeidsmarkt, zo stelt Sieto de Leeuw, voorzitter van de ABU en betrokken bij PTA, op de site van de ABU. “De insiders zijn de mensen met een vast contract, met veel zekerheden en van wie een deel bescherming krijgt door de NOW-regelingen. De outsiders worden in deze crisis hard getroffen: mensen met een tijdelijk contract of oproepcontract, uitzendkrachten die niet aan de referte-eis voor een WW-uitkering voldoen en zelfstandigen. Voor die groepen wordt niet of nauwelijks gezorgd.”
Aanbevelingen
De partijen in het PTA, onder andere uitzendkoepel ABU, werkgeversvereniging AWVN, Verbond van Verzekeraars en MBO-Raad doen aanbevelingen om werken, leren en verzekeren ’fundamenteel’ anders in te richten. Zo wordt er gepleit voor de invoering van een basisbaan (via de gemeente), een kortere WW, een spelleerschool voor kinderen tussen de 0 en 6 jaar en een individuele spaarpot voor zelfstandig ondernemers. Deze weerbaarheidsreserve moet zelfstandigen beschermen tegen inkomensverlies door ziekte en dienen als pensioen.
WW als springplank naar werk
Meest opvallende aanbeveling is dat het PTA voorstelt om voor de groep werkenden met korte contracten de WW te gebruiken als springplank naar nieuw werk. Daartoe moet de WW-uitkering in de eerste drie maanden worden verhoogd naar 90% van het laatstverdiende loon. (Nu is dat 75% in de eerste twee maanden en daarna 70%.) De uitkeringsperiode wordt gehalveerd: van 24 naar 12 maanden. Daarnaast moeten mensen 70% van hun ‘oude werktijd’ verplicht werk maken van scholing, loopbaanoriëntatie of solliciteren. (Het rapport stelt zelfs dat dit ‘op locatie van de verzekeraar’ zou moeten gebeuren ?!)
Een van de effecten is dat meer mensen korter werkloos zullen zijn. Een op te richten landelijke organisatie, het Werkhuis, met daarin publieke en private partijen, moet ervoor zorgen dat mensen zo snel mogelijk van-werk-naar-werk worden bemiddeld. Het liefst nog voordat ze een uitkering moeten aanvragen. Voor mensen die hun werk verliezen zou het Werkhuis het eerste contactpunt moeten worden. De Leeuw: “Mensen raken hun baan kwijt en tegelijkertijd is er op andere plekken nog veel werk, denk aan de logistiek, de zorg en het onderwijs. Het Werkhuis faciliteert deze overstap.”
Lees ook: Om- en bijscholing is de (enige) oplossing voor herstel arbeidsmarkt