Nieuw toelatingsstelsel: wat staat de flexbranche te wachten?

0

Een nieuw toelatingsstelsel moet malafide ondernemingen uit de markt weren en een eerlijk speelveld waarborgen. Voor het slagen van het stelsel is het nodig dat er effectief toezicht wordt gehouden op naleving van wet- en regelgeving en dat er bij overtredingen wordt gehandhaafd, zegt Julisa Fereijra-Phelipa van Normec.

De aanleiding voor het nieuwe toelatingsstelsel voor ondernemingen die arbeid ter beschikking stellen, was een rapport van Roemer, blikt Julisa Fereijra-Phelipa terug. Dat rapport ging toen nog vooral over malafiditeit en mensonterende huisvestingssituaties van arbeidsmigranten en vluchtig ondernemerschap. Het kabinet heeft ervoor gekozen het stelsel breder te trekken en een uitgebreid pakket van toelatingseisen aan de hele markt die arbeid ter beschikking stelt, te stellen.

Julisa Fereijra-Phelipa is business unit directeur van Normec VRO, een onafhankelijke inspectie-instelling. Normec inspecteert en certificeert om een bijdrage te leveren aan eerlijke flexibele arbeid, het bevorderen van een gelijk speelveld voor opdrachtgevers en beperken van de risico’s op naheffingen voor afdrachten aan de overheid. Een van de keurmerken waar zij inspecties voor doet, is het SNA-keurmerk.

Het beheer van dit keurmerk en het register vallen onder de verantwoordelijkheid van de Stichting Normering Arbeid (SNA). Met de komst van het nieuwe toelatingsstelsel gaat er veel veranderen. Fereijra-Phelipa geeft de ins en outs.

Waarom voldeed het SNA-keurmerk niet?

“Ik vind de term ‘niet voldoen’ niet helemaal passend. Het SNA-keurmerk is ooit in het leven geroepen om risico’s op keten- en inlenersaansprakelijkheid te beperken. Wanneer dan omissies worden aangetroffen bij ondernemingen die over dit keurmerk beschikken, op bijvoorbeeld het onjuist toepassen van toeslagen voor overwerk (beloning), valt dat buiten de scope van dit keurmerk.

Daarnaast is het SNA-keurmerk tot op heden niet door de overheid verplicht gesteld. Als een inlener het keurmerk niet eist van de uitlener, hangt er verder geen verplichting of dwingend karakter aan vast. Circa 4500 ondernemingen zijn geregistreerd in het SNA-register. Daarvan horen er vierduizend bij de populatie die straks onder de verplichte toelating vallen: de ondernemingen die arbeid ter beschikking stellen. Dit zou impliceren dat, op basis van de door de minister genoemde aantallen, nog zo’n tienduizend ondernemingen niet over het keurmerk beschikken maar wel deze activiteiten voeren.”

Het kabinet wilde eerst verplichte certificering, nu wordt het een toelatingsstelsel. Wat is eigenlijk het verschil?

“Het grootste verschil is dat het nu een publiek stelsel is geworden. De Raad van State is namelijk van mening dat de minister zelf meer verantwoordelijkheid in het stelsel moet nemen en dit niet moet beleggen bij een zelfstandig bestuursorgaan. De minister van SZW zal dan ook door middel van een uitvoeringsorganisatie, dat is de toelatende instantie, zelf verantwoordelijk zijn voor het register. Die gaat over het toelaten en schorsen van ondernemingen.”

Het nieuwe stelsel borduurt voort op het SNA-keurmerk. De herziene SNA-norm, die per 13 februari in werking is gegaan, wordt de basis van het nieuwe normenkader. Het normenkader is nu in concept opgesteld. Normec VRO voert momenteel proefinspecties uit om zo de uitvoerbaarheid in de praktijk, de tijdsbesteding en de haalbaarheid te onderzoeken, zegt Fereijra-Phelipa. Daarmee zijn de aanvullende eisen bovenop het huidige SNA-keurmerk goed bekend bij Normec VRO. Uit de eerste uitgevoerde pilots komt naar voren dat de tijdsbesteding minimaal verdubbelt. En dan zijn dit nog de bedrijven die zich vrijwillig aanmelden, benadrukt ze.

FleXevent

Julisa Fereijra-Phelipa is een van de sprekers tijdens het FleXevent op 7 december in Utrecht. In één dag word je volledig bijgepraat over de actuele wet- en regelgeving in de flexbranche. Meld je hier aan voor het FleXevent.

Wordt het keurmerk met deze extra eisen niet té volgehangen?

“Ik ben zeker voorstander van uitbreiding. Dat wil zeggen: als het een verbetering is, de kwaliteit hiermee omhoog gaat of beter geborgd wordt. Ofwel als hiermee het oorspronkelijke doel van de invoering van de wet bereikt wordt. Waar ik géén voorstander van ben is, om allerlei zaken die naar mijn mening niet direct bijdragen aan het doel er ook maar onder te hangen. Dit schiet niet alleen het doel voorbij, maar hoort doorgaans ook bij andere instanties ter controle of toezicht thuis.”

Kun je een voorbeeld geven van discussies die gevoerd zijn over het normenkader?

“Er is lang discussie gevoerd over de opname van een normeis dat arbeidsovereenkomsten en loonstroken niet enkel nog via een portal beschikbaar gesteld mogen worden. Maar hoe dan wel? Per email? Dan loop je tegen AVG-technische issues aan. Per post? Dan zou het per aangetekende post moeten zodat Normec VRO dit dan ook deugdelijk kan controleren. En gaan we daarmee niet ongelooflijk terug in de tijd? Is dit uitvoerbaar, is dit haalbaar, is dit wenselijk? Gelukkig is deze eis niet als dusdanig in het normenkader gekomen.”

Het doel van het keurmerk is malafiditeit uitbannen. Gaat het nieuwe stelsel helpen?

“Dat hangt ervan af. Een stelsel werkt pas echt goed als het handhavingsdeel erop aansluit. Op het moment dat handhaving de cirkel niet sluit, heb je nog steeds niet die effectiviteit te pakken.”
Wat volgens Fereijra-Phelipa ook wringt: aan de ene kant komen er extra eisen bij. Tegelijkertijd valt een deel van de markt, bijvoorbeeld het aannemen van werk en zzp’ers, die nu nog onder het SNA-keurmerk vallen, straks buiten dat nieuwe stelsel. “Daarom is het belangrijk dat de zzp-wetgeving tegelijk ingaat met de nieuwe wet. De waterbedeffecten zijn namelijk al in gang gezet. Activiteiten verschuiven daarheen die eigenlijk onder dit stelsel moeten vallen.”

Een verbetering is volgens Fereijra-Phelipa wel dat de minister in het nieuwe stelsel ondanks een positief rapport van de inspectie-instelling, op basis van signalen van bijvoorbeeld de arbeidsinspectie alsnog kan besluiten een onderneming niet toe te laten of te schorsen. Een onderneming kan namelijk aan het normenkader voldoen maar dit uiteindelijk niet naleven.

Worden jullie nu overstelpt met vragen uit de markt?

“Nog niet afdoende. Mijn advies voor uitleners is dan ook om spoedig het SNA-keurmerk te halen. Zo ben je er zeker van dat je via de overgangsregeling, die in 2025 ingaat, tot het verplichte stelsel toegelaten wordt. En daarmee koop je tijd om een eventuele omissie voordat de verplichting ingaat te herstellen. Nu zijn de consequenties nog niet dusdanig dat er niet meer uitgezonden of ter beschikking gesteld mag worden.”

Als je al wel over het SNA-keurmerk beschikt, verdiep je dan in de aanvullingen die hierop komen, adviseert ze. “Normec VRO kan hiervoor een nulmeting of quickscan doen om op deze aanvullingen te toetsen.”
Ook inleners moeten trouwens aan de slag. Zij moeten er zeker van zijn dat ze zaken doen met ondernemingen die over het SNA-keurmerk beschikken. Er geldt namelijk per 1 januari 2026 een inleenverbod van niet-toegelaten uitleners.

Zo ziet het nieuwe toelatingsstelsel eruit

Het wetsvoorstel voor de Toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta) houdt een toelatingsstelsel in voor bedrijven die zich bezighouden met ter beschikking stellen van arbeid. Zzp en aannemen van werk vallen buiten het stelsel.
Dit zijn de eisen:
• Verklaring omtrent het gedrag (VOG).
• Gedurende vier jaar een waarborgsom storten van 100.000 euro (50.000 euro voor starters
in de eerste 6 maanden). Uitzondering op afstorten waarborgsom wanneer al vier jaar aan TBA
gedaan op moment van ingang wetgeving en in bezit van een schone verklaring van de
Belastingdienst.

– De Arbeidsinspectie gaat toezicht houden op het stelsel en handhaaft middels sancties.
– Er is een overgangsregeling. Voor ondernemingen met het SNA-keurmerk houdt dit in dat als
je voor 1 juli 2025 in bezit bent van het SNA-keurmerk, je eenmalig geen rapport van het
volledige toetsingskader hoeft te overleggen, om toegelaten te worden.
– Medio december bespreekt de Tweede Kamer het wetsvoorstel. Tot medio januari zijn er
proefinspecties. Op basis daarvan wordt het definitieve normenkader vastgesteld. De
beoogde ingangsdatum is 1 januari 2025. Dan gaat de overgangsregeling in. De verplichte
toelating start op 1 januari 2026.
– Naar verwachting zullen er op basis van onderzoek van SZW tussen de 14.000 en 19.000
uitzendondernemingen een aanvraag doen om te worden toegelaten.

De extra eisen die in het nieuwe stelsel aan toelating worden gesteld zijn:

  • De administratie moet inzicht geven in bedrijfsactiviteiten met betrekking tot TBA.
  • Procedure gelijke kansen bij werving en selectie (antidiscriminatiebeleid).
  • Extra eisen aan de arbeidsovereenkomst – bijvoorbeeld dat de werknemersportal minimaal
    een jaar na uitdiensttreding raadpleegbaar voor de werknemer is.
  • Procedure voor verkrijgen informatie van inlener aangaande loonverhoudingsvoorschrift
  • Bevestiging elementen loonverhoudingsvoorschrift aan werknemer.
  • Beloning van alle elementen conform het loonverhoudingsvoorschrift aan werknemer.
  • Procedure voor doorgeleiding veiligheid- en gezondheidsrisico’s op de werkplek.
  • Huisvesting arbeidsmigranten (gecertificeerd overeenkomstig bij cao vastgestelde normen,
    zoals SNF, AKF etc.).
  • Urenregistratie minimaal voorzien van begin- en eindtijd per dag/shift inclusief niet betaalde
    pauzes.
  • Vaststelling + doorgifte formele werkgever bij in- en doorleen.

Over Auteur

Annet Maseland is freelance-redacteur van Flexmarkt

Reageer