De werkloosheid in de eurozone heeft in mei een nieuwe recordhoogte bereikt van 11,1 procent van de beroepsbevolking.
In april zat 11 procent nog zonder werk. Dat maakte het Europese bureau voor de statistiek Eurostat maandag bekend.
Ter vergelijking gaf Eurostat ook de werkloosheidspercentages van de Verenigde Staten (8,2 procent) en Japan (4,4 procent).
Eurostat schat dat de eurozone ruim 17,5 miljoen werklozen telde, 88.000 meer dan in april. Nederland (5,1 procent) kende de laagste werkloosheid na Oostenrijk (4,1 procent). In Spanje zat bijna een kwart (24,6 procent) zonder werk en in Griekenland meer dan een vijfde (21,9 procent).
In mei 2011 was het werkloosheidsniveau in de eurozone 10,0 procent. Destijds was 4,2 procent van de Nederlandse beroepsbevolking werkloos. De toename op jaarbasis valt in het niet bij de stijgingen in Griekenland (van 15,7 procent naar 21,9 procent), Spanje (van 20,9 naar 24,6 procent) en Cyprus (7,5 naar 10,8 procent).
Tussen mei 2011 en mei van dit jaar steeg het werkloosheidspercentage onder vrouwen van 10,3 procent naar 11,3 procent. Bij mannen liep de werkloosheid op van 9,8 procent tot 10,9 procent. De ergste pijn zit bij jongeren. Onder degenen die jonger zijn dan 25, had 22,6 procent geen baan. In deze categorie was Nederland (9,2 procent) derde achter Duitsland (7,9 procent) en Oostenrijk (8,3 procent). In Griekenland en Spanje (beide 52,1 procent) zat meer dan de helft van de jongeren werkloos thuis.
