Het aantal Polen dat via uitzendbureaus in Nederland werkt, neemt af. Het aantal Duitse, Spaanse en Portugese flexkrachten neemt juist toe. Koepelorganisatie ABU kijkt met zorg naar de mogelijke stroom arbeidsmigranten uit Roemenië en Bulgarije.
De nieuwe cijfers komen uit een onderzoek dat de ABU heeft gehouden onder haar leden. Het overgrote deel van de buitenlandse flexwerkers is nog steeds van Poolse komaf: 65 procent. Dat was 3 jaar geleden nog 91 procent. De uitzendkoepel zegt een relatieve toename te zien van arbeidsmigranten uit Duitsland, Spanje en Portugal. Ten opzichte van eerdere metingen is het aandeel flexmigranten uit deze landen meer dan verdubbeld, van 7,7% naar 18%.
Roemenen en Bulgaren
Het ABU-onderzoek bevestigt eerdere signalen dat er onder uitzendorganisaties weinig belangstelling is voor Roemeense en Bulgaarse arbeidskrachten. Vanaf 1 januari 2014 is de Nederlandse arbeidsmarkt vrij toegankelijk voor werknemers uit Roemenië en Bulgarije. Maar veel belangstelling hebben de ABU-uitzendondernemingen nog niet: op de vraag of de uitzenders straks in die landen arbeidskrachten gaan werven, antwoordt 87% negatief.
Ondanks de geringe belangstelling zegt de ABU zich zorgen te maken over de nieuwe migrantenstroom. Jurriën Koops, directeur Sociale Zaken van de ABU, vreest dat veel ‘gelukszoekers’ uit Roemenië en Bulgarije naar Nederland zullen komen. ‘Dat maakt de stroom ongecontroleerd en onbeheersbaar. En dat maakt dat zij gemakkelijker in handen vallen van malafide arbeidsbemiddelaars. We moeten dat zien te voorkomen door goede informatie maar vooral door keihard optreden gericht tegen tientallen malafide ondernemers die schuilgaan achter honderden malafide uitzendbureaus.’
Volgens de ABU moeten vooral de Inspectie SZW samen met de SNCU (Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten) en de gemeenten stevig optreden tegen malafide uitzendbureaus. Koops uit maandag zijn zorgen tijdens de EU Arbeidsmigrantenconferentie in Den Haag.
Langer verblijf: 19 maanden
Arbeidsmigranten blijken volgens het onderzoek steeds langer in Nederland te werken. De gemiddelde verblijfsduur was in 2010 9 maanden, in 2011 was dit opgelopen naar 14 maanden. Inmiddels is in 2013 de gemiddelde verblijfsduur van arbeidsmigranten 19 maanden.
Reguliere woning
De ABU ook een verandering in huisvesting. Het aandeel arbeidsmigranten dat verblijft in een reguliere woning steeg van 37% in 2010 naar 63% in 2013. Het aantal arbeidsmigranten dat onderdak vindt op recreatieterreinen daalde in de afgelopen twee jaar van bijna 16% naar 11%.
Van de 500 uitzendondernemingen die lid zijn van de ABU, werken er nu ongeveer 130 met arbeidsmigranten. In totaal zijn via hen naar schatting jaarlijks zo’n 70.000 arbeidsmigranten in Nederland aan het werk.
ABU, ANP