Werken met behoud van uitkering brengt een hoop negatieve randverschijnselen met zich mee. Er is sprake van verdringing van regulier werk, mensen worden slecht behandeld en de bijstandsgerechtigden ontvangen vaak geen normaal loon voor hun werk.
Dat concludeert de FNV na gesprekken met meer dan 100 mensen die een uitkering ontvangen. Tien van die verhalen staan in het zwartboek ‘Werken in de Bijstand, allesbehalve gewoon goed werk’, dat de vakbond samenstelde.
De vakbond concludeert dat er sprake is van verdringing van regulier werk, dat mensen slecht worden behandeld en dat veel bijstandsgerechtigden geen normaal loon ontvangen voor het werk dat ze verrichten. ‘Voor de baan die ik nu met behoud van uitkering heb, ben ik een week eerder afgewezen. Het betrof een reguliere vacature met normaal loon’, zegt één van de geïnterviewden.
Meerdere gemeenten profiteren volgens vicevoorzitter Leo Hartveld van de FNV van de goedkope arbeidskrachten die geen loon ontvangen, maar wel werk moeten doen dat bij gemeenten blijft liggen. ‘Wij vinden dat werk moet lonen. Deze mensen zijn vaak radeloos en voelen zich in een hoek gezet. De FNV staat voor werk met een fatsoenlijk loon en een goede begeleiding naar een reguliere baan. Daar moeten gemeenten op inzetten’, meent Hartveld.
De begeleiding naar regulier werk luistert nauw, vindt de vakbond. Die ziet dat mensen vaak voor langere tijd in werktrajecten worden gehouden die hen niet richting de normale arbeidsmarkt begeleiden. ‘Dit levert zowel de bijstandsgerechtigden als de gemeenten uiteindelijk niets op.’
Hartveld vindt het van de zotte dat er wordt gedreigd op de uitkering te korten als mensen het aangeboden werk niet aannemen: ‘Dat is natuurlijk de omgekeerde wereld. Ze zouden juist richting een reguliere baan begeleid moeten worden, in plaats van onder dwang productie te draaien.’
