Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken verwacht van werkgevers en vakbeweging dat zij meer dan tot nu toe met concrete ideeën komen om vrouwen te stimuleren meer uren te werken.
De bewindsvrouw liet dat dinsdag weten in Den Haag op het symposium “Meer tijd voor deeltijders”.
De meeste vrouwen werken in deeltijd. Zo werkt in de schoonmaak driekwart van de vrouwen nog geen 24 uur per week. In de detailhandel heeft 64 procent van de vrouwen een kleine deeltijdbaan en in het onderwijs is dat 44 procent, zei voorzitter Pia Dijkstra van de Taskforce Deeltijdplus, die een kleine drie jaar geleden werd ingesteld om te onderzoeken hoe vooral vrouwen met een kleine deeltijdbaan gestimuleerd kunnen worden meer te werken. Het kabinet vindt het met het oog op de vergrijzing belangrijk dat vrouwen meer gaan werken.
Bij winkelketen Zeeman heeft in Nederland 56 procent van de vrouwen een voltijdbaan. Voor de detailhandel een hoog percentage. Maar bij Zeeman in België en Frankrijk ligt dat nog zo’n 20 procent hoger, zei Cees van Gend van de textielketen. Zeeman, waar 96 procent van het personeel vrouw is, is een van de bedrijven die op verzoek van de Taskforce meedoet aan een van de proefprojecten om te zien hoe kleine deeltijdbanen opgeplust kunnen worden. Het keek binnen het bedrijf naar de internationale verschillen.
“In België en Frankrijk is het gebruikelijker dat vrouwen een fulltimebaan hebben”, aldus Van Gend. Daar wordt anders aangekeken naar de balans tussen werk en privé. Zo vinden in Nederland meer vrouwen dat zij een slechte moeder zijn wanneer zij fulltime werken.
Onder meer op basis van de uitkomsten van de proefprojecten brengt de taskforce in maart zijn aanbevelingen uit aan het kabinet. Daarmee heeft de werkgroep van Pia Dijkstra haar taak beëindigd. Maar mogelijk krijgt de taskforce een opvolger die zich over het flankerend beleid zal buigen, liet Klijnsma weten.