Sectorplan voor scholing flexkrachten

0

Stichting Opleiding en Ontwikkeling Flexbranche (STOOF) heeft in opdracht van sociale partners in de uitzendsector (ABU, NBBU, FNVbg, CNVdienstenbond, de Unie en LBV) een sectorplan ingediend. Doel is flexkrachten aan de onderkant van de arbeidsmarkt beter te scholen.

Het sectorplan is een verzoek tot cofinanciering die voortvloeit uit de afspraken in het sociaal akkoord. Voor de uitvoering van dit sectorplan slaan Stoof, 45 uitzendwerkgevers, UWV en leerwerkloketten hun handen ineen.

Scholing
Met het sectorplan wordt beroepsgerichte scholing en het realiseren van vakmanschap bij flexkrachten aan de onderkant van de arbeidsmarkt geboden. Het is bedoeld voor recent werkzoekend geworden flexkrachten die langdurig gewerkt hebben maar geen mbo-2 diploma hebben. En voor los-vaste flexkrachten aan de onderkant van de arbeidsmarkt die geen werk en geen inkomenszekerheid hebben. Daarnaast worden ook de flexkrachten in en voor de sector Techniek vanaf mbo-2 ondersteund. Doel voor 2014 is 1.350 flexkrachten te scholen en duurzaam te plaatsen.

Flexibele schil
Aanleiding voor het indienen van dit sectorplan is het onderzoeksrapport ‘Arbeidsmarkttransities van uitzendkrachten in de periode 2007-2010’, dat ITS (Radboud Universiteit Nijmegen) in opdracht van sociale partners opstelde. Dit onderzoeksrapport gaat in op de dynamiek op de arbeidsmarkt en de uitzendmarkt tussen 2007 en 2010. Het beeld is dat de werkloosheid sterker was gestegen als de ‘flexibele schil’ van flexkrachten, tijdelijke contractanten en zelfstandigen zonder personeel op de arbeidsmarkt niet een belangrijk deel van de terugval in werk hadden opgevangen. De jaren voor de crisis steeg het aandeel flexkrachten juist sterk. In de periode 2006-2007 bouwden veel bedrijven een ‘flexibele schil’ op. De recessie van de afgelopen jaren en de daaropvolgende ontwikkeling van de economie hadden grote gevolgen voor de werkgelegenheid van flexkrachten. In de tweede helft van 2008, toen de economische crisis in Nederland begon door te dringen, nam het aantal flexkrachten al enigszins af, terwijl de werkzame beroepsbevolking nog groeide. In 2009 werd het grootste banenverlies van flexkrachten gemeten sinds veertien jaar. Het aantal daalde met 20%. Begin 2009 werden de effecten ook zichtbaar voor de totale economie. Het banenverlies voor flexkrachten is sindsdien alleen maar toegenomen.

Lees ook: Experts willen meer scholing flexwerkers


ANP

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

Reageer