Bedrijven moeten volgens de PvdA minder makkelijk werknemers in Nederland kunnen ontslaan als ze werk naar lagelonenlanden verplaatsen.
Tweede Kamerlid Mariëtte Hamer van de grootste oppositiepartij wil dat het verplaatsen van werkzaamheden naar het buitenland wordt geschrapt als algemeen geaccepteerde reden om groepen personeel via reorganisaties te ontslaan.
‘Onacceptabel’
Hamer kondigde maandag aan dat ze minister Henk Kamp (Sociale Zaken) hierom gaat vragen bij de behandeling van zijn begroting later deze week. De PvdA-politica noemt het "onacceptabel” dat het zogeheten offshoring, waarbij werk veelal naar lagelonenlanden verdwijnt, nu een erkende reden is voor collectief ontslag van personeel. Volgens haar kan het verplaatsen van werkzaamheden naar het buitenland geen grond voor ontslag zijn als er voor de uitvoering van de taken voldoende werknemers in Nederland te vinden zijn.
Verantwoordelijkheid maatschappelijke gevolgen
Het stoort Hamer dat bedrijven die werk verplaatsen naar het buitenland, nu geen verantwoordelijkheid hoeven te nemen voor de maatschappelijke gevolgen ervan in ons land. "De ontslagen medewerkers vinden vaak geen baan en komen in uitkeringen terecht, welke worden betaald door de Nederlandse belastingbetaler. Terwijl het betreffende bedrijf meer winst maakt door offshoring, betaalt de belastingbetaler zo de kosten van het ontslag”, stelt zij. Volgens haar is ,,dit in een tijd van stijgende werkloosheid en een groot overheidstekort niet meer aanvaardbaar”.
‘Soms onvermijdelijk’
Het PvdA-Kamerlid erkent dat in "een concurrerende wereldeconomie het soms onvermijdelijk is” dat bedrijven werk naar het buitenland verplaatsen. Maar volgens haar moeten deze werkgevers dan wel hun verantwoordelijkheid nemen en overtollige medewerkers naar nieuw werk te begeleiden.
