Volgens de Arbeidsinspectie krijgen uitzendkrachten viermaal vaker een bedrijfsongeval dan vast personeel, mede doordat ze vaker gevaarlijk werk doen. Dat blijkt uit een conceptrapportage die NRC heeft ingezien.
Uitzendkrachten lopen een grotere kans op een bedrijfsongeval dan mensen in vaste dienst. Tussen 2015 en 2022 was bij 22 procent van alle ongevallen een uitzendkracht de gedupeerde, terwijl het aandeel uitzendkrachten onder de werkenden in Nederland slechts 5 procent bedraagt. De Arbeidsinspectie ziet volgens NRC verschillende oorzaken voor de „sterke oververtegenwoordiging” van uitzendkrachten. Zij doen vaker gevaarlijk werk dan werknemers in vaste dienst, onder meer in bouw, industrie en landbouw. Zo vallen uitzendkrachten in de bouw van een ladder, en kunnen ze in landbouw of industrie een hand of voet in een machine krijgen.
Lees ook: Arbeidsinspectie: ‘bestrijden arbeidsuitbuiting is dweilen met de kraan open’
Veel arbeidsmigranten
Onder de uitzendkrachten bevinden zich veel arbeidsmigranten. In augustus bleek uit onderzoek van de Arbeidsinspectie al dat arbeidsmigranten 1,4 keer vaker betrokken zijn bij een ongeval dan mensen met een vast contract. Dat geldt ook voor ernstige ongelukken; arbeidsmigranten overlijden twee keer zo vaak na een ongeval. De inspectie keek toen naar alle ongelukken op de werkvloer in de jaren 2022 en 2023. Het gaat om gebroken benen, verdrukte voeten en soms zelfs de dood. In totaal 4471 gevallen.
Mogelijke oorzaken
Taalverschillen op de werkvloer zijn een van de mogelijke oorzaken die de Arbeidsinspectie aandraagt als reden voor het grotere aantal ongelukken onder arbeidsmigranten. Daarnaast werken ze ook vaker op risicovolle werkplekken, zoals in de metaalindustrie en slachterijen. Ook kan er sprake zijn van een situatie waar de arbeidsmigrant afhankelijk is van de werkgever, bijvoorbeeld voor hun slaapplek. Daardoor zijn ze mogelijk minder geneigd te klagen over onveilige omstandigheden.