Het arboconvenant Uitzendbranche (ABU-CAO) is een bijzonder convenant. Het bevat afspraken die gericht zijn op verbetering van arbopreventie, een substantiële reductie van het ziekteverzuim en de WAO-instroom onder uitzendkrachten.
Arbeidsomstandigheden verbeteren, ziekteverzuim terugdringen en het aantal mensen dat arbeidsongeschikt raakt verlagen. Dat zijn de doelstellingen van arboconvenanten. Ze worden gesloten door vakbonden, werkgeversorganisaties en de overheid. In elk convenant staan afspraken over een of meer arbeidsrisico’s. In een convenant kunnen ook aanvullende afspraken gemaakt worden over andere arbeidsrisico’s.
Het Arboconvenant uitzendbranche is om drie redenen bijzonder.
-
Driehoek uitzendbureau-uitzendkracht-inlener
In de eerste plaats, omdat de arbeidsrisico’s niet optreden bij de uitzendbureaus zelf, maar bij de inleners. Arbopreventie gaat in dit geval drie partijen aan: de driehoek uitzendbureau, uitzendkracht en de inlener. Dit convenant richt zich dan ook ten aanzien van preventie op deze driehoek. -
Niet gericht op specifieke arbeidsrisico’s
In de tweede plaats, omdat er niet één arbeidsrisico is aan te wijzen dat het verzuim veroorzaakt. Uitzendkrachten werken in de gehele economie en komen dan ook alle arbeidsrisico’s tegen. Dit convenant richt zich dan ook niet op een specifiek arbeidsrisico. -
Vier partijen
Het convenant is tenslotte bijzonder, omdat ten aanzien van verzuimbegeleiding en vroegtijdige reïntegratie nog meer partijen betrokken zijn. Voor de meeste uitzendkrachten betekent ziekte het einde van het contract, waardoor het UWV bij verzuim de rol van werkgever overneemt. Dit convenant is dan ook een vierpartijenconvenant: werkgevers, zijnde de uitzendbureaus, aangesloten bij de ABU, werknemers, overheid en UWV zijn ondertekenaars. Overigens betekent dit, dat niet alle partijen bij alle maatregelen en projecten een taak hebben bij de uitvoering. In de BBC sturen zij wel gezamenlijk al deze activiteiten en projecten aan.
Uitgangspunten
Partijen in het convenant hebben zich bij de keuze van de projecten en maatregelen laten leiden door drie uitgangspunten:
-
Snel resultaat
De maatregelen moeten daar aangrijpen waar snel resultaat is te verwachten. Dat betekent in de eerste plaats dat het convenant inzet op het breed implementeren van maatregelen die zich in de praktijk hebben bewezen. -
Ontwikkelen van praktijkgerichte kennis
Daarnaast signaleren partijen op een aantal punten knelpunten in de praktijk, zonder dat een oplossing daarvoor is uitgekristalliseerd. Op die onderwerpen is in het convenant gekozen voor pilots, die bij succes verder zullen worden verspreid in de sector. Voorbeelden daarvan zijn verbeterde verzuimregistratie, instructie aan uitzendkrachten over arbo en de reïntegratiebegeleiding van uitzendkrachten in het eerste ziektejaar. -
Evenwichtig naar partijen
Tenslotte hebben partijen gestreefd naar een pakket maatregelen dat een evenwichtige verdeling van lusten en lasten oplevert voor de actoren in de sector: uitzendbureaus, uitzendkrachten, UWV, arbodiensten en inleners. De maatregelen sluiten aan op de wettelijke verdeling van verantwoordelijkheden en bouwen daarop voort. Daarbij is zo veel mogelijk aansluiting gezocht met de huidige praktijken, zodat de administratieve lasten beperkt zijn en de effectiviteit hoog is.
Arboplusconvenant Uitzendbranche (ABU-CAO) inzake Reïntegratie arbeidsongeschikten WAO