Uitzendbeding

0

Een uitzendbeding moet schriftelijk overeengekomen worden tussen uitzendbureau en uitzendkracht

 

De feiten

Bij de beoordeling van de arbeidshistorie van een uitzendkracht in dienst van een uitzendbureau vallend onder de NBBU-cao stelt het uitzendbureau dat het dienstverband door ziekteperiodes in fase 1 onderbroken is geweest. Op grond van het in de cao neergelegde uitzendbeding zou de uitzendovereenkomst van rechtswege eindigen door de ziekmelding. Volgens het uitzendbureau is er daardoor sprake van een onderbroken dienstverband.

De beslissing
Artikel 7:691 BW stelt dat het uitzendbeding schriftelijk moet worden overeengekomen. Bij de totstandkoming van deze wettelijke bepaling is dat uitdrukkelijk zo besproken, vanwege de verstrekkende gevolgen voor de rechtspositie van de uitzendkracht. De rechter legt die eis zo uit dat uit een individueel ondertekend stuk moet blijken dat de uitzendkracht instemt met het uitzendbeding. Het opnemen in de cao van het uitzendbeding is niet voldoende voor de toepasselijkheid daarvan.

Kantonrechter Zutphen 6 februari 2007, Jurisprudentie Arbeidsrecht 2007 nummer 155

Commentaar
Een waarschuwing voor alle uitzendbureaus vallend onder de ABU- of de NBBU-Cao: controleer uw uitzendovereenkomsten in fase A, respectievelijk 1 en 2 op de aanwezigheid van het uitzendbeding, uiteraard voor zover wenselijk.

Bron: mr. J.M. Caro, Advocatenkantoor Werk & Wet, Flexmarkt 10, 2007

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

Reageer