VvDN wil eigen juridische status voor detachering

0

In de arbeidsmarktdiscussie wordt detacheren regelmatig over één kam geschoren met flexvormen als uitzenden. Maar detacheren is geen uitzenden. Speerpunt van de Vereniging van Detacheerders Nederland (VvDN) in 2022 is dan ook dat detachering de erkenning krijgt die het verdient.

Onder WAADI

Bij detachering is sprake een driehoeksrelatie tussen opdrachtgever, gedetacheerde en detacheerder. Daarom vallen detacheerders nu nog onder de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (WAADI) en zijn het wettelijk gezien uitzenders.

Dat detachering onder de WAADI en de Uitzendovereenkomst (7:690 BW) valt is detacheerders al jaren een doorn in het oog. Zij zien zichzelf als echte, reguliere werkgevers, niet als uitzenders. Net als ‘gewone’ werkgevers hebben de meeste gedetacheerden (70%) immers een contract voor onbepaalde tijd. Ook maken detacheerders geen gebruik van het uitzendbeding (als in 7:691 BW). Sterker nog, de VvDN ziet detacheerders als dé werkgevers van de toekomst; detacheerders investeren meer dan gemiddeld in (opleiding van) hun mensen omdat kennis en expertise van hun mensen een cruciale toegevoegde waarde is voor hun business.

Erkenning positie

De gewenste erkenning van detachering is de reden geweest voor oprichting van de VvDN enkele jaren geleden. Dat de branchevereniging steeds nadrukkelijker van zich doet spreken is geen toeval. De noodzaak om hun boodschap in Den Haag over te brengen is groter dan ooit. Het komende kabinet moet aan de slag met de broodnodige arbeidsmarkthervorming en flex zal vermoedelijk ingeperkt worden. In de aanbevelingen van de Commissie Borstlap – die naar verwachting één van de uitgangspunten hiervoor zullen vormen – is voor uitzenden slechts nog plaats in geval van ‘ziek en piek’. Opvallend, detacheren wordt door Borstlap geen enkele keer genoemd. En dat zorgt voor onrust in de detacheringsbranche. Er is detacheerders dus veel aan gelegen om niet in Borstlaps’ rijbaan 3 (uitzenden) te vallen, maar in rijbaan 1 (werkgever).

Het liefst wil de VvDN een eigen juridische status voor detachering (dus anders dan 7:690 BW (uitzendovereenkomst)). Maar zover is het nog lang niet. Nog altijd wordt alle flex – inclusief detachering – in de politieke discussie over één kam geschoren, ziet ook Stef Witteveen, algemeen directeur Uniforce Solutions en voorzitter van de commissie Wetgeving en Lobby van de VvDN. “Het gevaar dreigt dat bij het nemen van maatregelen tegen flex het kind met het badwater wordt weggegooid. Dat zou schade doen aan de moderne arbeidsmarkt, waarop detachering een belangrijke rol vervuld.” Werk aan de winkel dus voor de VvDN-lobby, weet Witteveen. “Wij gaan volop inzetten op het verkrijgen van een eigen positie voor detachering.”

“Het daadwerkelijk invoeren van nieuwe wetgeving zal op z’n vroegst in 2023 gebeuren, waarschijnlijk later.”
Stef Witteveen (VvDN)

Grote vraag is wanneer, welke nieuwe wetgeving te verwachten valt? Witteveen: “Ik denk dat er ergens in het eerste kwartaal een nieuwe minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) zal zijn. Die hoeft niet bij nul te beginnen, maar heeft met de aanbevelingen van Borstlap, het SER-advies en de webmodule waar de Belastingdienst mee werkt, al de nodige handvattten. Ik denk dat geen van deze adviezen geschikt is om onverkort ingevoerd te worden. De minister zal, rekening houdend met deze adviezen, een eigen hervormingsbeleid moeten voeren. En het daadwerkelijk invoeren van nieuwe wetgeving zal op z’n vroegst in 2023 gebeuren, waarschijnlijk later.”

Eigen CAO

Ondertussen voert de VvDN een actieve lobby en overlegt zij met verschillende partijen in de polder. Daar wordt de positie van detachering wel degelijk onderkend, stelt Peter Hulsbos, secretaris van de branchevereniging. ‘Ik ben nog niemand tegengekomen die het belang van detachering niet inziet, en dat geldt ook voor enkele politieke partijen en vakbonden.”

Het gewenste onderscheid met uitzenden tracht de VvDN onder meer in praktijk te brengen door te werken aan een eigen CAO voor de detacheringsbranche. Dat gedetacheerden ook in dat opzicht als uitzendkrachten worden gezien is volgens Hulsbos ongewenst. “De inlenersbeloning moeten toepassen past niet bij detachering. Dat komt er in de praktijk op neer dat een gedetacheerde bij de ene opdrachtgever € 300,- meer verdient dan bij de andere. Terwijl hij gewoon bij de detacheringsorganisatie in vaste dienst is. Wij willen als branche dan ook een zelfstandig arbeidsvoorwaardenbeleid kunnen voeren.” De VvDN is met vakbond de Unie druk in overleg om tot zo’n eigen CAO te komen. Dat is uiteraard niet eenvoudig, maar Hulsbos hoopt dat die begin 2022 gaat gebeuren. “Met een eigen CAO geven wij ten volle invulling aan werkgeverschap. Daarmee laat je zien dat wij werkgevers zijn, geen flexleveranciers. En dat is ook belangrijk voor onze eigen positionering en de wens voor een wettelijke verankering van detachering.”
Hulsbos is positief over 2022. “Het ledental van de VvDN blijft groeien. En hoe meer leden, hoe sterker wij staan. Wij blijven hoe dan ook onze eigen weg bewandelen als detacheerders.”

Lees ook: Detacheerders zien omzet stijgen in derde kwartaal (+5,4%)

 

Met Flexmarkt pro heb je exclusief toegang tot:
✅ verdiepende en analyserende artikelen
✅ de verzuim- en transitietool
✅ handige voorbeelddocumenten, zoals de oproep – en vaststellingsovereenkomst
✅ antwoord op tientallen juridische flexvragen
✅ Flexmarkt magazine: het laatste nummer en archief
Waar nodig is deze informatie juridisch getoetst door onze arbeidsrechtadvocaten.

Abonneer je hier op Flexmarkt Pro (nu eerste maand 1 euro)

Volg Flexmarkt op LinkedIn:

Over Auteur

Reageer