Demissionair minister Piet Hein Donner (Sociale Zaken) houdt vast aan de eis dat Roemeense en Bulgaarse uitzendkrachten een werkvergunning nodig hebben om in ons land te kunnen werken.
Dat is dinsdag gebleken uit een brief aan de Tweede Kamer, die Donner heeft geschreven in reactie op een waarschuwing van de Europese Commissie dat Nederland in strijd zou handelen met EU-afspraken over vrij verrichten van diensten.
De Europese Commissie eiste vorige week dat Nederland binnen twee maanden met een bevredigend antwoord komt. Blijft dat uit, stapt ze naar het Europees Hof van Justitie in Luxemburg.
Donner stelt al langer met Brussel in discussie te zijn over de detacheringsrichtlijn, die gaat over vrij verkeer van diensten binnen de EU. Uitzendwerk is in zijn ogen geen zuivere dienstverlening. Het plaatsen van Roemeense uitzendkrachten is volgens hem wat anders dan een Roemeense aannemer die een opdracht in Nederland uitvoert met eigen bouwvakkers.
Nederland beschouwt Roemeense en Bulgaarse uitzendkrachten beschouwt als werknemers, omdat een plaatselijke werkgever hen aanstuurt. Volgens de CDA-bewindsman maken Duitsland en Oostenrijk hetzelfde onderscheid tussen zuivere en onzuivere dienstverlening. Anders kan via uitzendkrachten de regel dat een werkvergunning nodig is als een Nederlandse werkgever een Roemeen of Bulgaar in dienst wil nemen, gemakkelijk worden ontdoken.
Roemenië en Bulgarije zijn sinds 2007 lid van de Europese Unie. Wegens de stijgende werkloosheid maakt Nederland gebruik van een overgangsregime, waardoor voor werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten een werkvergunning geëist kan worden. Eind volgend jaar wordt bekeken of vanaf 2012 vrij verkeer van werknemers kan gelden voor Roemenen en Bulgaren. Als ernstige verstoringen dreigen van de arbeidsmarkt kan Nederland uiterlijk tot 2014 het overgangsregime verlengen.
Vorige jaar werden ongeveer 4200 werkvergunningen afgegeven voor Roemenen en Bulgaren.
