Uber hoeft chauffeurs nog geen arbeidscontract aan te bieden

0

Techbedrijf Uber valt volgens de rechter weliswaar onder de taxi-cao, maar de aangesloten chauffeurs blijven vooralsnog zelfstandige zolang het gerechtshof nog niet heeft geoordeeld dat ze feitelijk werknemers zijn. Anders komt Uber voor hoge kosten te staan die het voortbestaan bedreigen, aldus een tussenuitspraak. Hoe zit dat?

Afgelopen maandag deed de rechtbank in Den Haag uitspraak in een kort geding dat door Uber (samen met een aantal chauffeurs) was aangespannen tegen de staat. De cao-partners hadden zich in het geding aan de kant van de staat gevoegd. Uber biedt zoals bekend via een app onder meer een bemiddelingsdienst op het gebied van taxivervoer. De FNV was naar de rechter gestapt: de chauffeurs die zich aansluiten bij Uber, zijn geen zelfstandigen, maar hebben een arbeidsovereenkomst, zo betoogde de bond. Die kreeg vorig jaar gelijk; de rechter oordeelde in die zaak dat de cao Taxivervoer op de arbeidsrelatie van Uber met die chauffeurs van toepassing is. Het techbedrijf ging tegen de uitspraak in beroep.

Algemeen verbindend

Eind vorig jaar werden de sociale partners het eens over een nieuwe cao voor het taxibedrijf en de minister heeft die – ondanks bezwaren van Uber – algemeen verbindend verklaard. Daardoor zou Uber ook uitvoering moeten geven aan de bepalingen in die cao. Het bezwaar was dat de minister de Uber-chauffeurs niet heeft meegerekend bij de beoordeling van de representativiteit van de cao – oftewel: bestrijkt de cao wel de meerderheid van de markt? De overweging daarin was dat de rechter weliswaar uitspraak had gedaan over het werknemerschap, maar dat die vanwege het hoger beroep van Uber nog niet onherroepelijk was.

Lees ook: Waarom Uber-chauffeurs geen zelfstandigen, maar werknemers zijn

De minister had besloten dat op basis van de voorhanden gegeven de representativiteit van de cao 68,29 procent bedraagt; dat is een ‘belangrijke meerderheid’. Uber had gesteld dat de cao voor slechts 47,9 procent van de in de markt actieve chauffeurs gold, waarbij de 11.000 chauffeurs die rechtstreeks met de Uber-app werken – conform de uitspraak van de rechter – worden meegeteld.

Beleidsvrijheid

De minister heeft bij het vaststellen van een algemeen verbindend voorschrift echter een grote mate van beleids- en beoordelingsvrijheid, aldus de voorzieningenrechter. Alleen als er op een onmiskenbaar onrechtmatige manier een beoordeling heeft plaatsgevonden, kan een besluit worden teruggedraaid.

De bronnen voor de wijze van vaststelling van de representativiteit waren niet ongebruikelijk, aldus de rechter. Uber had een KPMG-analyse naar voren gebracht die een andere conclusie trok, maar die is niet voldoende, is het oordeel. KPMG had namelijk zelf al een voorbehoud gemaakt dat de analyses en conclusies alleen geldig zijn voor zover de verstrekte datakwaliteit van de markt- en bedrijfsinformatie ook geldig is en had gewezen op het feit dat KPMG de brongegevens niet heeft ontvangen. Het gevaar bestaat van dubbeltellingen, doordat ook chauffeurs zouden worden meegerekend die zich met derden hebben verbonden én gebruik maken van de Uber-app.

Kortom: Uber moet zich schikken naar de cao, ook omdat aan de uitspraak van de rechtbank van vorig jaar nog geen gevolg is gegeven.

Uitspraak rechtbank Den Haag, 18 juli 2022

Uitvoering geven of niet?

Een dag later zag de situatie er weer anders uit door een uitspraak van het gerechtshof in Amsterdam. Het gaat om het hoger beroep over de vraag of de chauffeurs die met Uber werken, nu wel of geen werknemer zijn. In deze kwestie staan Uber en zes taxibedrijven tegenover de FNV. De eerdere uitspraak van de rechter is uitvoerbaar bij voorraad: dat betekent dat Uber er meteen uitvoering aan moet geven, hoger beroep of niet. Daar wilde het techbedrijf vanaf en dan met name de naleving van de taxi-cao. Want dat betekent het moeten aanvragen van een taxivergunning en het moeten aanbieden van een arbeidscontract aan de chauffeurs, met bijbehorende afdracht van inkomstenbelasting, loonheffingen en sociale premies – en dat is allemaal moeilijk terug te draaien, aldus Uber, mocht het hof tot een andere conclusie komen. Bovendien zijn er afspraken gemaakt over het al dan niet accepteren van een rit of het tegelijkertijd gebruiken van meerdere taxi-apps die niet stroken met de cao, maar ook niet simpelweg eenzijdig te wijzigen zijn.

De chauffeurs steunen Uber daarin, met als belangrijkste argument dat zij als werknemer de vrijheden verliezen waarvoor zij nu juist hadden gekozen.

Belang Uber is groter

Het hof vindt dat Uber inderdaad een groot belang heeft bij het behoud van de bestaande situatie, zolang er geen uitspraak ligt in het hoger beroep. Het hele bedrijfsmodel moet worden omgebouwd, met alle kosten van dien, met het risico dat alles moet worden teruggedraaid als Uber zich nog niet aan de taxi-cao hoeft te houden. Het belang van de FNV bij de directe tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis weegt daar niet tegenop. ‘Het gaat hier niet alleen om de belangen van Uber en FNV, maar ook om die van een grote groep chauffeurs die, ongeacht of zij wel of juist niet als werknemer van Uber willen worden aangemerkt, niet gebaat zijn bij een situatie die juridisch onduidelijk blijft totdat door het hof (in de hoofdzaak) over de kwestie is beslist. Ook zij zullen een keuze moeten maken over hoe zij hun werkzaamheden inrichten en het terugdraaien daarvan, indien dat al mogelijk is, zal voor hen eveneens inspanningen en kosten met zich brengen.’

Uitspraak gerechtshof Amsterdam, 19 juli 2022

Over Auteur

Reageer