De Europese Uitzendrichtlijn vereist geen maximale termijn van uitzenden naar één inlener. Evenmin is vereist dat uitzenden wordt beperkt tot enkel piek of ziek. Maar bij een ‘kunstmatige constructie’, kan de rechter oordelen dat er sprake is van misbruik, zo toont een recente uitspraak van het Europese Hof. Marita Hoogeveen (Köster Advocaten) licht het belang van deze uitspraak toe.
De Europese Uitzendrichtlijn bepaalt dat de EU-lidstaten in hun nationale wetgeving voorschriften implementeren om te waarborgen dat uitzendkrachten recht hebben op dezelfde essentiële arbeidsvoorwaarden als werknemers in dienst bij de inlenende onderneming. In de richtlijn wordt op meerdere plaatsen benadrukt dat het bij uitzenden gaat om een uitzendkracht die ter beschikking wordt gesteld aan een inlener om daar tijdelijk te werken. Levert langdurige terbeschikkingstelling aan dezelfde inlener dan misbruik op van de Uitzendrichtllijn?
Het Europese Hof heeft op 14 oktober 2020 in een Italiaanse zaak bepaald dat achtereenvolgende opdrachten bij dezelfde inlener misbruik van de Uitzendrichtlijn kan opleveren. Het is aan de nationale rechter om te beoordelen of de opeenvolgende arbeidsovereenkomsten daadwerkelijk een tijdelijk karakter hebben, of enkel dienen ter verhulling van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Na dit arrest rees de vraag of op grond van de Uitzendrichtlijn uitzenden dan niet is toegestaan als de uitzendkracht werkzaam is in een permanente functie bij de inlener, zonder daarbij iemand te vervangen (dus geen piek of ziek). In het arrest van 17 maart 2022 (Daimler) geeft het Hof hier antwoord op: de uitzendrichtlijn vereist niet dat lidstaten een maximale termijn van uitzenden naar één inlener opnemen in hun wetgeving. Evenmin is vereist dat uitzenden wordt beperkt tot enkel piek of ziek. Het begrip tijdelijk in de Uitzendrichtlijn ziet op de intentie van partijen bij de terschikkingstelling, en niet op de aard van het werk bij de inlener.
COMMENTAAR:
Deze ontwikkeling in de Europese rechtspraak is van groot belang voor de uitzendsector. Bij langdurige terbeschikkingstelling aan dezelfde inlener op basis van opvolgende contracten voor bepaalde tijd, kan de rechter dus oordelen dat misbruik wordt gemaakt van de Uitzendrichtlijn. Er is sprake van misbruik als de terbeschikkingstelling bij diezelfde inlener op kunstmatige wijze in de vorm van opvolgende tijdelijke contracten wordt gegoten, bijvoorbeeld door gebruik te maken van een tussenliggende periode van iets meer dan zes maanden, om de uitzendkracht vervolgens weer aan dezelfde inlener ter beschikking te stellen. Als daar geen objectieve verklaring voor kan worden gegeven, bijvoorbeeld dat het gaat om opvulling van piekarbeid op wisselende plekken bij de inlener, kan de rechter misbruik aannemen.
Deze bijdrage van Marita Hoogeveen Köster Advocaten is gepubliceerd in de juni-editie van Flexmarkt magazine. Alleen abonnees van Flexmarkt pro hebben toegang tot de digitale versie van Flexmarkt magazine.
Met Flexmarkt pro heb je exclusief toegang tot:
✅ verdiepende en analyserende artikelen
✅ de verzuim- en transitietool
✅ handige voorbeelddocumenten, zoals de oproep – en vaststellingsovereenkomst
✅ antwoord op tientallen juridische flexvragen
✅ Flexmarkt magazine: het laatste nummer en archief
Waar nodig is deze informatie juridisch getoetst door onze arbeidsrechtadvocaten.
Abonneer je hier op Flexmarkt Pro (nu eerste maand 1 euro)