Een werkgever die oneigenlijk gebruik maakt van de regels over flexibiliteit en zekerheid uit de cao, is schadeplichtig.
De kantonrechter in kort geding wijst de loonvordering van de werkneemster toe, op voorwaarde dat ze de door haar gewenste urenvermeerdering met een verzoek op grond van de Wet aanpassing arbeidsduur indient.
De situatie
Een lerares bij een ROC heeft een aanstelling als docent en is inzetbaar voor meerder vakken.
Sinds 1998 is ze in dienst en heeft een nogal wisselende arbeidsomvang. Haar aanstelling werd eer verlaagd naar respectievelijk 0,39, 0,32 en 0,13. Vanaf 2005 is haar werktijd weer uitgebreid met drie tijdelijke uitbreidingen, steeds in de vorm van een aanhangsel bij haar arbeidsovereenkomst. De totale werktijd kwam telkens zo rond de 0,5 uit. De aanpassingen waren altijd op verzoek van de werkneemster.
Voor het schooljaar 2008-2009 heeft het ROC haar maar een arbeidsduur van 0,2 toegekend. Het ROC hanteert een flexibiliteitsdoestelling om bij terugloop van aanmeldingen geen personeel te hoeven laten afvloeien. Met het oog op die doelstelling heeft het ROC de werkneemster bewust een nieuw contract aangeboden en geen aanvulling. De nieuwe (vierde) aanvulling zou op grond van de cao-BVE voor onbepaalde tijd zijn. Het ROC heeft geadverteerd voor functies waarvoor de docent in aanmerking komt en er is geen overleg geweest met de docent over deze vacatures of over de urenverlaging.
De vraag
De werkneemster protesteert tegen toekenning van de arbeidsduur en vordert bij wijze van voorlopige voorziening onder andere toelating tot haar gebruikelijke werkzaamheden als lerares en betaling van het loonverschil tussen de arbeidsomvang van 0,2 en 0,58. De docente beroept zich op oneigenlijk gebruik of misbruik van de cao-BVE.
Het oordeel
De kantonrechter oordeelt dat er is inderdaad sprake van oneigenlijk gebruik van de cao. Het ROC had de docente meer uren kunnen aanbieden maar heeft dat niet gedaan met het oog op de flexibiliteitsdoelstelling. De werkgever is ´niet goed attent geweest op de rechtspositie´ van de docente. Een goed werkgever zou de docente hebben geïnformeerd over de mogelijkheden van de Wet aanpassing arbeidsduur.
De flex-doelstelling is in ieder geval geen zwaarwegend bedrijfsbelang in de zin van die wet. Er zijn geen concrete aanwijzingen dat die doelstelling gevaar loopt als de docente meer uren worden aangeboden. Door het oneigelijk gebruik van de regels over flexibiliteit en zekerheid is het ROC schadeplichtig. Tegenover het abstracte belang van het ROC staat het zwaarwegende concrete belang van de werknemer. Haar inkomsten zijn fors teruggelopen waardoor ze financiële problemen heeft. Overigens is toelating van de docente tot haar gebruikelijk werk niet mogelijk omdat er geen arbeidsovereenkomst van meer dan 0,2 tot stand is gekomen en omdat de lessen al zijn verdeeld. De kantonrechter wijst de loonvordering toe op voorwaarde dat de docente een verzoek tot urenvermeerdering indient op grond van de Wet aanpassing arbeidsduur en dat ze bij weigering van het verzoek de zaak voor de rechter brengt.
Bron:
LJN BK9739, Kantonrechter Middelburg
Eerste aanleg, 27 oktober 2008
Door mr. Ingrid Kooijman
1 reactie
Ik zoek een artikel over dienstverbanden die tot 3x toe verlengd zijn, daarna na 3 maanden weer aangeboden wordt op zelfde afdeling, lesvak etc.
2 jaar terug heb ik hier een jurisprudentie artikel over gelezen waarbij rechter oordeelde dat dit niet mag, iets in de trent van oneigenlijk gebruik van de flexwet ivm zelfde baan/afdeling en daarmee aantonend dat dit structureel werk is en dat dit risico van ondernemen bij school hoort.
Wie kan mij dit helpen opzoeken? mijn vrouw is wel jurist, maar fiscaal en snapt mijn verhaal niet…