Wat heeft Borstlap tegen uitzenden?

1

De Commissie Borstlap wil flexwerk inperken en zeker ook uitzenden aan banden leggen. ‘Binnen de groep flexibele werknemers geldt dat uitzend- en oproepkrachten relatief de grootste onzekerheid kennen; voor hen vormt structurele tijdelijkheid het grootste probleem.’

Dat staat in het rapport van de Commissie Borstlap dat gisteren is gepresenteerd.

Uitzendkrachten langst in onzekerheid

Volgens het rapport is binnen de groep flexwerkers de arbeidsonzekerheid van uitzend- en oproepkrachten het grootst. Zij hebben het langst te maken met ‘structurele tijdelijkheid’. ‘De uitzendovereenkomst stelt geen eisen aan de maximale periode waarin een uitzendkracht ter beschikking kan worden gesteld aan een opdrachtgever en geeft de uitzendkracht minder recht op ontslagbescherming en op beloning conform de cao in de sector waarin wordt gewerkt.’
De uitzendkracht blijft volgens de Commissie Borstlap veel te lang in flexwerk hangen. ‘Gedurende de eerste 78 weken geldt het uitzendbeding, dat ervoor zorgt dat wanneer de opdrachtgever geen werk meer heeft of de uitzendkracht ziek is, de uitzendovereenkomst in beginsel eindigt. Als gevolg van de wettelijke regeling en de uitzonderingen die hierop bij cao gemaakt kunnen worden, kunnen uitzendkrachten bovendien tot 5,5 jaar bij de uitzendwerkgever werkzaam zijn op basis van tijdelijke contracten en ‘structureel’ op basis van een tijdelijk contract worden ingezet bij de opdrachtgever. Pas nadat 5,5 jaar lang ononderbroken is gewerkt op basis van tijdelijke contracten is sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met het uitzendbureau. Gelet op de ruime mogelijkheid tot afwijking van de loondoorbetalingsplicht en ketenregeling voor uitzendkrachten gedurende de eerste 78 weken van terbeschikkingstelling, komen (..) oproepcontracten veelvuldig voor in de vorm van uitzendovereenkomsten. Het op deze wijze neerleggen van het risico van geen werk bij de werknemer leidt tot een fors grotere onzekerheid over werk en loon dan bij werknemers met een vaste arbeidsomvang.’

Vandaar dat de Commissie Borstlap strengere maatregelen voor uitzendwerk voorstelt, waaronder ‘een maximumtermijn aan de terbeschik­kingstelling bij een specifieke opdrachtgever’ en geen mogelijkheden meer bieden om bij uitzending de ketenregeling pas na verloop van tijd te laten starten en geen uitbreiding van de ketenregeling. (Dus ook niet via de CAO.)

Lees ook: Borstlap wil uitzenden aan banden leggen en zzp’ers weren

Doorstroomfunctie afgenomen

Volgens de Commissie Borstlap worden flexibele werkvormen oneigenlijk gebruikt. ‘Het lijkt bij flexwerk steeds minder uitsluitend te gaan om het opvangen van ‘piek en ziek’; flexibel werk vormt een manier om structureel op arbeidskosten te besparen.
Zo werkt ongeveer 83% van de oproepkrachten gemiddeld elke week bij dezelfde werkgever op een contract zonder vaste uren. Slechts een kleine minderheid van de oproepkrachten geeft aan sterk wisselende uren te werken.’
De Commissie Borstlap spreekt van ‘flexwerk als structureel werk’. ‘De structurele inzet van flexibel werk leidt er voor werkenden toe dat deze contractvorm steeds minder een opstap vormt naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en deze werkenden vast blijven zitten in de flexibele schil.’ Dat geldt ook voor de doorstroomfunctie van uitzendwerk als opstap naar een vaste baan, stelt het rapport, ‘Voor uitzendkrachten geldt dat het percentage dat doorstroomt naar een contract voor onbepaalde tijd tussen 2007 en 2017 is afgenomen van 27% naar 16%.

Uitzendkrachten krijgen minder scholing

‘Flexibele contractvormen pakken, in vergelijking met duurzame arbeidsrelaties, negatief uit voor de investeringen in menselijk kapitaal door werkgevers’, stelt het rapport. Dat geldt volgens Borstlap vooral bij formeel leren (het volgen van cursussen of opleidingen). Flexkrachten moeten dit vaker op eigen initiatief, op eigen kosten en in de eigen tijd doen. ‘Ook krijgen flexibele werknemers, met name uitzend- en oproepkrachten, minder kansen om te leren op het werk.’

ABU: belangrijke functie van uitzendwerk

Het is duidelijk dat de Commissie Borstlap bepaald niet positief is over uitzenden. Dat verklaart ook de reactie van de ABU gisteren. Die was positief over het feit dat de Commissie Borstlap ‘uitzendwerk als preferente vorm van externe flexibiliteit’ ziet. Maar volgens de ABU doet ‘de uitwerking van de adviezen van de commissie geen recht aan de belangrijke functie van uitzendwerk bij het aan het werk helpen én houden van mensen, het bieden van goed georganiseerde wendbaarheid voor bedrijven en aan de rol van uitzenders als werkgever.’

In de maatschappelijke, politieke discussie die nu volgt op het rapport zal de uitzendbranche nog flink van zich moeten laten horen.

Het eindrapport van de Commissie Regulering van Werk is hier te downloaden.

Lees ook: Flexwerk is de gebeten hond. Maar waarom eigenlijk?

Over Auteur

1 reactie

  1. Edwin Landzaad op

    Momenteel 2024 en huidig wettelijk minimumloon en loonsverhogingen, zijn er binnen zogenaamde krapte arbeidsmarkt, met daarbij binnen EU-traject arbeidsmigranten, in 2024 wel typische ontwikkelingen voor soms uitzendbureaus die leuk gebruik kunnen maken van soms ontbreken van volwaardige HR personeelszaken afdelingen bij werkgevers, en daarin stelselmatig handig gebruik maken in het doorsluizen na een kandidaat sollicitatiegesprek/kennismaking bij vacatures en talloze vacature platforms in Nederland, en daarvoor weer leuke wervingsbonus kunnen ontvangen van zoekende werkgevers ! Tenslotte besparen deze wervingspraktijken van vaak niet-uitzendbureaus ook nog eens de tegenwoordig steeds meer verfoeide payroll-constructie van paar procenten vergoeding binnen loonadministratie, ook om van het wettelijk economisch gedoe af te zijn bij ontslag, maar wel de bruto-loonopslag voordeeltjes zoals uitzendbureaus al vele jaren kennen !

Reageer