De WIA is de opvolger van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).Werkgevers moeten in principe de eerste twee jaar loon doorbetalen bij
ziekte van een werknemer.
Na anderhalf jaar ziekte ontvangt de werknemer automatisch van het UWVinformatie over over de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) en het formulier ‘Aanvraag WIA-uitkering’.
Aan de hand van het WIA-aanvraagformulier beoordeelt UWV of de werknemer recht heeft op een WIA-uitkering. Deze uitkering is bedoeld voor werknemers die door ziekte of beperking minder dan hun laatstverdiende loon kunnen verdienen. De WIA legt de nadruk op wat mensen nog wél kunnen. Ook als de werknemer niet volledig herstelt, kan hij vaak blijven werken naar vermogen. Bijvoorbeeld door van functie te veranderen. De verantwoordelijkheid voor de re-integratie van de werknemer ligt bij werknemer én werkgever.
Aan de hand van een stroomschema (GIF, 88 Kb) is voor de werkgever een aantal stappen in het WIA-proces inzichtelijk gemaakt.
Twee WIA-regelingen: IVA en WGA
De WIA bestaat uit 2 regelingen. Voor welke regeling de werknemer in aanmerking komt hangt af van de mate van arbeidsongeschiktheid. UWV stelt de mate van arbeidsongeschiktheid vast op basis van het verdienvermogen van een werknemer. Dit is het inkomen dat hij of zij met zijn of haar arbeidshandicap nog kan verdienen. Aan de hand van dit verdienvermogen wordt een WGA- of een IVA-uitkering toegekend.
De WIA bestaat uit:
- Inkomensverzekering Volledig en Duurzaam Arbeidsongeschikten (IVA): deze uitkering is bedoeld voor volledig arbeidsongeschikten zonder (of met een zeer kleine) kans op herstel. Het verdienvermogen is maximaal 20%. De mate van arbeidsongeschiktheid is 80% of meer.
- Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA): deze regeling is bedoeld voor werknemers met verdienvermogen van meer dan 20% en voor volledig arbeidsongeschikten met kans op herstel. Het verdienvermogen is tussen 0% en 65%. De mate van arbeidsongeschiktheid is tussen de 100% en 35%.
Minder dan 35% arbeidsongeschikt
Als iemand minder dan 35% arbeidsongeschikt (het verdienvermogen is dan 65% of hoger) is, komt hij of zij niet in aanmerking voor een WIA-uitkering. Als de werknemer bij u in dienst blijft, moet u samen met hem of haar zoeken naar een oplossing. Bijvoorbeeld een andere functie of andere werkomstandigheden. Daarbij is soms een aanvullende uitkering vanuit WW of Bijstand mogelijk.