Ziekteverzuim: een kostbare zaak

1

‘Ziek is ziek’ is lange tijd de heersende opvatting geweest en daarmee werd het zogenaamde medische model omarmd: de arts bepaalt als (enige) deskundige wie wel of niet ziek is. En in het verlengde daarvan wie wel en wie niet in staat is om te werken.

Het leidde tot volle wachtkamers en een hoog verzuim, versterkt door een – in wetgeving en in cao’s gegarandeerde – inkomenszekerheid. Wie herinnert zich niet de uitspraak ‘Nederland is ziek’ van minister-president Lubbers toen het aantal arbeidsongeschikten de grens van 1.000.000 naderde?

Verzuim is deels beïnvloedbaar

Inmiddels weten we beter. Grote verschillen in verzuimpercentages tussen individuele medewerkers, tussen verschillende beroepsgroepen, tussen afdelingen en (vergelijkbare) bedrijven wijzen dat ook keer op keer uit. Niet-medische factoren spelen een belangrijke rol, zoals belastende persoonlijke omstandigheden, de sfeer op het werk, de omgang met de collega’s, de ervaren werkstress, de eigen gezondheidsbeleving, etc. Het is juist dat deel dat door de werkgever is te beïnvloeden.

Norm haalbaar ziekteverzuim

De grondlegger van deze benadering is Daan Verbaan geweest, die in 1984 voor het eerst de zogenaamde ‘Verbaannorm’ heeft geïntroduceerd. Deze norm is een benchmark en geeft op basis van specifieke bedrijfsgegevens – onder andere leeftijd en werkniveau van de medewerkers – een indicatie van het haalbare ziekteverzuim. Volgens het inzicht dat een groot deel van het verzuim is te voorkomen of te reduceren.

Financiële prikkels

De politiek heeft tussen 1994 en 2004 met steeds verdergaande wetgeving werkgevers volledig verantwoordelijk gemaakt voor de doorbetaling van het loon bij ziekte en voor alle inspanningen om – samen met de werknemer, dat wel – werkhervatting in eigen of eventueel ander passend werk te bevorderen. Daarnaast is een gedifferentieerde premie ingevoerd voor de wet WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten). Bij de berekening van deze premie wordt de schade van de eerste 10 jaar uitkering van de (ex-)medewerkers aan de werkgever doorbelast. Kortom: (langdurig) verzuim is een kostbare zaak en dus ook zeer de moeite waard om deze schade zoveel mogelijk te beperken en – nog beter – te voorkomen.

De flexmarkt

De politiek heeft geconstateerd dat de invoering van financiële prikkels heeft gewerkt: de aanspraken op arbeidsongeschiktheidsregelingen zouden in de laatste 10 jaar met ruim 71% zijn afgenomen. Maar dat geldt in veel mindere mate voor de vangnetpopulatie, zoals uitzendkrachten en andere soorten flexwerkers, op wie deze wetgeving geen betrekking heeft. Dat is dan ook de belangrijkste reden geweest voor nieuwe wetgeving, specifiek voor deze doelgroep.

Nieuwe wetgeving  

In april is de Wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters aan de Tweede Kamer aangeboden. De behandeling van deze wet zal door de val van het kabinet zeker vertraging oplopen. En mogelijk pas na de nieuwe verkiezingen worden behandeld en wellicht op onderdelen worden gewijzigd. Maar één zekerheid is er wel: er komen financiële prikkels voor de vangnetpopulatie. Alle reden dus om per direct aandacht te (gaan) besteden aan een effectief verzuimbeleid voor de vangnetters.

Eigen risico dragen Ziektewet

Een mogelijkheid om meer invloed te krijgen op het verzuim van vangnetters is het eigenrisicodragerschap Ziektewet. De wetgeving kent sinds 2003 deze mogelijkheid. De brancheorganisaties ABU en NBBU hebben in maart hun leden uitgebreid geïnformeerd over de voorgenomen wetswijzigingen en de mogelijkheid om eigenrisicodrager te worden. Wie dat dit jaar wilde moest dat voor 1 april aanvragen bij de Belastingdienst. De interesse was groot, maar tegelijkertijd bleef de onzekerheid over de definitieve nieuwe wetgeving. Wat zou er doorgaan en wat niet? Een volgende mogelijkheid om eigenrisicodrager te worden is 1 januari 2013, de aanvraag daarvoor moet voor 2 oktober zijn ingediend. Veel werkgevers hebben hun besluit om wel of geen eigenrisicodrager te worden alsnog uitgesteld tot die datum.

Een verstandige keuze of juist niet? Dat hangt van diverse individuele factoren af en is dus niet in zijn algemeenheid met ja of nee te beantwoorden. Maar zeker is wel dat een effectief verzuimbeleid tot minder verzuim en minder kosten zal leiden. En dus tot minder verzuimschade. Alle reden dus om vandaag te starten met een gerichte verzuimaanpak, ook voor flexwerkers. Daarvoor hoeft men niet te wachten op nieuwe wetgeving.

Jaco Coster, Professionals in Flex

Over Auteur

1 reactie

  1. Maatje Westen op

    De werknemer met aanspraak op een ZW-uitkering wordt nu de dupe. Het zou geen kwaad kunnen de beoordeling door UWV van de zieke werknemer een onder de loep te nemen. Ik maakte in de praktijk mee, dat een zieke ex werkloze werknemer na een ziekmelding slechts 1 maal werd gezien door een verzekeringsarts/bedrijfsarts van UWV. De actie (begeleiding en re-integratie) van UWV hangt volgens mij af van het budget wat beschikbaar is. Door de bezuinigingen de laatste jaren heeft dat invloed gehad op de begeleiding van de zieke (ex) werknemer, de flexwerker of de structureel functionele beperkte werknemer. Wrang is het dat deze doelgroep nu in uitkering wordt beperkt, terwijl een betere aanpak door UWV meer zoden aan de dijk zou zetten.

Reageer