Hoop, lef en trots, zo kondigen de formerende partijen PVV, VVD, NSC en BBB hun hoofdlijnenakkoord aan. Na bijna zes maanden praten en onderhandelen is er op hoofdlijnen een akkoord gesloten op voor de formerende partijen belangrijke onderwerpen. Zo wordt ingezet op bestaanszekerheid en het verbeteren van de koopkracht en wordt het strengste toelatingsregime voor asiel en het omvangrijkste pakket voor grip op migratie ooit geïntroduceerd. Hoewel ‘arbeidsmarkt’ niet een van de hoofdonderwerpen is, komen er toch diverse arbeidsmaatregelen aan de orde in het akkoord. Vooral de maatregelen tegen arbeidsmigratie hebben verstrekkende gevolgen voor de flexbranche.
Bestaanszekerheid
‘Loon naar werken’ is een van de basisprincipes van het aanstaande kabinet. Zo komen er maatregelen die ervoor moeten zorgen dat meer werken ook betekent dat mensen erop vooruitgaan, met specifieke aandacht voor werkenden met een middeninkomen. Dat kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door het introduceren van een extra belastingschijf.
Zekerheid op de arbeidsmarkt
Daarnaast willen de vier partijen zekerheid op de arbeidsmarkt stimuleren. Echte zelfstandigen moeten gewoon hun ding kunnen doen en de uitzendsector moet (verder) gereguleerd worden, zo staat in het hoofdlijnenakkoord. Gestreefd wordt naar meer vaste contracten voor werknemers. Daartoe wordt de wetsbehandeling van de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) en de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (WTTA) voortgezet. Over dit laatste wetsvoorstel maakte demissionair minister Van Gennip deze week bekend dat het een jaar vertraging oploopt.
Arbeidsmigratie
Dit kabinet zet dus in op het strengste migratiebeleid ooit. Ook grip krijgen op arbeids- en studiemigratie is onderdeel van het akkoord. Het aanstaande kabinet erkent dat arbeidsmigratie nodig is voor de economie en ondernemers. Echter, “het is nodig kritisch te blijven op wie wij nodig hebben en wie ons nodig heeft. Er komt een afwegingskader voor de vestiging van nieuwe bedrijven, in relatie tot de benodigde arbeidsmigranten, ruimte en energie.”
Om arbeidsmigratie tegen lage lonen en onder slechte arbeidsomstandigheden te beperken worden de volgende maatregelen getroffen:
- De aanbevelingen van het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten (‘rapport Roemer’) worden uitgevoerd.
- Malafide uitzendconstructies worden hard aangepakt. De uitzendbranche en wervingsbureaus worden gereguleerd door een toelatingsstelsel (WTTA).
- Arbeidsmigranten van buiten de EU, met uitzondering van kennismigranten, worden tewerkstellingsvergunningplichtig. De Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) gaat, ook op deze groep, extra handhaven.
- Werkgevers van arbeidsmigranten (niet Nederlandse ingezetenen) worden verantwoordelijk voor overlast en kosten van arbeidsmigranten zonder reguliere huisvesting (shortstay en midstay). Zij moeten daarvoor afspraken maken met gemeenten waarin hun werknemers short- en midstay worden gehuisvest. Bevorderd wordt dat medeoverheden meer ruimte laten voor huisvesting op het eigen terrein van de werkgever.
- Bij langdurig verblijf krijgen werkgevers ook een verantwoordelijkheid voor het leren van de Nederlandse taal door deze werknemers.
- Bezien wordt of en zo ja, welke fiscale voordelen onder de extraterritoriale kostenregeling (ETK-regeling) worden versoberd.
- Nederland zet met betrekking tot arbeidsmigratie in op inperking van het vrije verkeer van personen binnen de EU indien en voor zover uitbreiding van de EU aan de orde wordt gesteld.
Tegenstrijdigheden
Overigens lijken er hier wat tegenstrijdigheden in te staan als je kijkt naar de plannen voor solide overheidsfinanciën, economie en vestigingsklimaat (punt 10 van het hoofdlijnenakkoord). Daarin staat bijvoorbeeld: “Regeldruk wordt tegengegaan door het adviescollege toetsing regeldruk en de uitvoeringsinstanties van meet af aan te betrekken bij het bedenken van beleid en wetgeving.”
Maar juist de WTTA kreeg recent van het Adviescollege toetsing regeldruk veel kritiek. Zij vraagt zich af of een toelatingsstelsel de juiste oplossing is voor de problemen in de branche. Het college berekent daarnaast dat de administratieve lasten voor de uitzendbranche jaarlijks ten minste € 143 miljoen bedragen. De regeldruk zal door het invoeren van het toelatingsstelsel significant toenemen. Het college is van mening dat er een minder belastend alternatief is dat in elk geval wel de misstanden kan wegnemen.
Kennis- en studiemigratie
Ook hier erkennen de partijen dat kennis- en studiemigratie van belang zijn voor de Nederlandse economie. Zij zijn echter van mening dat de omvang in verhouding moet staan tot wat gemeenten, onderwijs, zorg en wonen kunnen dragen.
Daarom worden de volgende maatregelen voorgesteld:
- De kwalificatie-eisen van de kennismigrantenregeling worden aangescherpt en verhoogd.
- Beperking van studiemigratie in het hoger onderwijs in de bachelorfase, met uitzondering van studies waar arbeidsmarkttekorten zijn, rekening houdend met lokale omstandigheden (hoe groter de problemen, hoe meer beperkingen).
- Studiemigratie wordt selectiever door meer opleidingen in het Nederlands, een numerus fixus voor buitenlandse studenten, beperking tot het verkrijgen van een basisbeurs en verhoging van het collegegeld voor niet-EU-studenten.
Overige arbeidsmarktmaatregelen
Onder diverse andere hoofdlijnen wordt regelmatig gerefereerd aan de arbeidsmarkt. Zo staat onder land- en tuinbouw dat er een apart innovatieprogramma voor robotisering komt gericht op het besparen van arbeidskrachten.
En uiteraard wordt ook bij zorg en onderwijs de arbeidsmarkt geadresseerd: “Het aanpakken van de personeelskrapte in de zorg heeft grote prioriteit. Daarom wordt het aantrekkelijker gemaakt om in de zorg te werken, door middel van meer autonomie, loopbaanperspectief, goede arbeidsvoorwaarden en beperking van regeldruk en van administratieve lasten. Gestimuleerd wordt dat personeel in loondienst eerste keuze krijgt bij roosterindeling.” Ook wordt agressie en geweld tegen zorgverleners hard aangepakt.
In het onderwijs wordt meer zijinstroom, meer voltijds werken en meer mannen voor de klas gestimuleerd.
Economie en ondernemerschap
Het aanstaande kabinet hecht veel belang aan een ondernemend klimaat. Er moet ruimte zijn voor export, ook voor de agrarische sector, en de Nederlandse industrie moet behouden blijven.
Om dat te bewerkstelligen is er wel actie nodig, aldus de partijen. Zo moet knellende regelgeving aangepakt worden en moeten lastenverzwaringen voor ondernemers teruggedraaid worden. Verdere acties:
- De regeldruk wordt – zoals eerder al ter sprake kwam – tegengegaan door het adviescollege toetsing regeldruk en de uitvoeringsinstanties van meet af aan te betrekken bij het bedenken van beleid en wetgeving.
- Daarnaast krijgen de beschikbaarheid van talent, versterking van de kenniseconomie, innovatie, en (digitale) infrastructuur prioriteit.
- In wetgeving en beleid moet rekening gehouden worden met de gevolgen voor kleine ondernemers, bijvoorbeeld wat betreft kosten en risico’s, zodat het in dienst nemen van mensen mogelijk blijft.
Het hele Hoofdlijnenakkoord kun je hier lezen.