Vanaf 2025 verwacht bijna één op de zeven zzp’ers dat zij opdrachten verliezen door de handhaving van de wet DBA. Voor sommige zelfstandig ondernemers, namelijk één op de twaalf, is de impact zelfs zo groot dat zij overwegen te stoppen.
Handhaven op schijnveiligheid
Per 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst handhaven op schijnzelfstandigheid, zoals eerder aangekondigd. Opdrachtgevers kunnen worden beboet, wanneer zij zzp’ers inhuren zonder dat ze in de praktijk zelfstandig werken. Volgens het onderzoek van Boekhouder.nl, onder vierhonderd zzp’ers, vreest ruim 13 procent hierdoor opdrachten kwijt te raken.
Van deze zzp’ers overweegt bijna zes procent te stoppen en zelfs drie procent van 400 zzp’ers weet zeker dat ze gaan stoppen. Daar staat wel tegenover dat ruim een kwart verwacht dat de handhaving geen invloed gaat hebben op het blijven bestaan van hun onderneming. Twee derde gaat zeker door als zzp’er.
Lees ook: Invoering Wtta opnieuw uitgesteld: Wat betekent dat voor u?
Wet DBA
De wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie is bedoeld om richtlijnen te creëren en de grens tussen freelancer en vaste werknemer aan te duiden. Een zzp’er kan als schijnzelfstandige worden gezien wanneer in de praktijk gewerkt wordt onder dezelfde voorwaarden als een ‘gewone’ werknemer.
Als de belastingdienst oordeelt dat er sprake is van een dienstverband, moet de opdrachtgever met terugwerkende kracht loonbelasting en sociale premies betalen, inclusief een mogelijke boete. Het handhavingsmoratorium, die nu nog geldt, vervalt vanaf 1 januari 2025.
De opheffing van het handhavingsmoratorium zal ongetwijfeld gevolgen hebben voor de Nederlandse arbeidsmarkt. Bedrijven zouden er mogelijk voor kunnen kiezen minder zzp’ers in te huren vanwege de striktere eisen en het risico op naheffingen en boetes. Wat dit precies zal betekenen voor de toekomst van zzp’ers en uitzendkrachten zal echter pas vanaf 1 januari 2025 goed meetbaar zijn.
Lees ook: Bijna helft zzp’ers pensioenspijt: te laat gestart met pensioenopbouw