De mondiale jeugdwerkloosheid heeft vorig jaar een recordniveau bereikt. Desondanks valt de schade in Nederland mee. De overheid heeft de jeugdwerkloosheid al in het vizier.
Van de circa 620 miljoen economisch actieve jongeren tussen de 15 en 24 jaar zaten er wereldwijd eind 2009 81 miljoen zonder werk. Dat is 7,8 miljoen meer dan in 2007. Dat staat in een donderdag verschenen rapport van de internationale arbeidsorganisatie ILO. In Europa valt de schade relatief mee; voor elke oudere werkloze zit er 2,5 jongere werkloze thuis. In Zuid-Oost Azië zijn er dat vijf, en in het Midden-Oosten bijna vier.
De jeugdwerkloosheid ging tussen 2007 en en 2009 omhoog van 11,9 naar 13 procent. Voor dit jaar verwacht de ILO nog een kleine stijging, naar 13,1 procent. In 2011 zou er een daling volgen naar 12,7 procent.
Nederland onderneemt al verschillende acties op het gebied van jeugdwerkloosheid, blijkt uit het rapport van de ILO. Zo zal het UWV banen aanbieden aan 120 werkzoekenden, hebben alle jongeren die langer dan drie maanden werkloos zijn recht op een stage en worden opleidingskosten via belastingvoordelen vergoed aan werkgevers. Tot slot wordt er fiks geïnvesteerd in actieplannen: 16 miljoen euro om jongeren langer op te leiden en 153 miljoen euro in afspraken met lokale overheden, 10 miljoen euro voor intensieve hulp en begeleiding bij het vinden van een baan, 25 miljoen euro voor extra banen, stages en vrijwilligerswerk en 40 miljoen euro om de mogelijkheden voor kwetsbare jongeren te verbeteren.
Volgens de ILO heeft de economische crisis meer invloed op de werkloosheid onder jongeren dan die bij volwassenen. Van het herstel van de banenmarkt profiteren jongeren later dan volwassenen. De jeugdwerkloosheid slaat harder toe in arme landen dan in het Westen. In de meeste regio’s zijn meer vrouwen dan mannen er de dupe van. De ILO toont zich tevreden dat de EU de bestrijding van de jeugdwerkloosheid tot een speerpunt van haar economisch beleid heeft uitgeroepen voor de komende tien jaar.