De werkloosheid in de eurozone is in april gestegen tot 10,1 procent van de beroepsbevolking. Een maand eerder bedroeg de werkloosheid 10 procent.
Dat maakte het Europees statistiekbureau Eurostat dinsdag bekend.
In totaal zaten in april 15,86 miljoen mensen zonder baan in de zestien landen waar de euro wordt gebruikt. Dat waren er 25.000 meer dan in maart. Die lichte stijging voldeed aan de verwachtingen van analisten gepolst door Reuters.
De werkloosheid lag het laagst in Nederland, waar volgens de Europese geharmoniseerde meetmethode 4,1 procent van de beroepsbevolking aan de zijlijn stond. De hoogste werkloosheidsgraad werd gemeten in Spanje, waar in april 19,7 procent van de beroepsbevolking geen betaalde baan had. De werkloosheid in de eurolanden steeg in april tot het hoogste niveau sinds de invoering van de Europese eenheidsmunt in 1999. In april 2009 lag het werkloosheidspercentage nog op 9,2 procent.
In de hele Europese Unie bleef de werkloosheid in april stabiel ten opzichte van maart, op 9,7 procent. Vorig jaar april was dat nog 8,7 procent.
Van alle EU-lidstaten zag alleen Duitsland het aantal werklozen in het afgelopen jaar afnemen, van 7,6 procent in april 2009 tot 7,1 procent in april 2010. Eerder op de dag bleek uit de meest recente cijfers van het Duitse arbeidsbureau dat de werkloosheid in de grootste economie van Europa ook in mei is gedaald.
Van alle Europese landen telde Letland in april relatief het hoogste aantal werklozen. De werkloosheid liep er op tot 22,5 procent.