Wat staat er in het transitieplan voor de nieuwe pensioenregeling?

0

Uitzendkrachten en gedetacheerden krijgen vanaf 1 januari 2026 een nieuwe pensioenregeling. Het onlangs gepubliceerde transitieplan beschrijft de afspraken, hoe deze passen binnen de Wet toekomst pensioenen en hoe de transitie naar het nieuwe stelsel eruitziet.

Vakbonden FNV, CNV en De Unie en brancheorganisaties ABU en NBBU hebben met elkaar afgesproken hoe de nieuwe pensioenregeling eruit gaat zien. Hierbij is rekening gehouden met de Wet toekomst pensioenen en de afspraken die zijn gemaakt in het SER-MLT-advies van een paar jaar geleden, aldus de ABU op haar website.

Verplicht volgens de wijzigingswet, die per 1 juli 2023 in werking is getreden, is het opstellen van een transitieplan. Dat is deze zomer gepubliceerd en bevat allereerst de belangrijkste afspraken, die we hier ook nog eens opsommen.

  • Verbeterde, marktconforme pensioenregeling
    De totale pensioenpremie wordt 23,4% van de pensioengrondslag. Daarvan betaalt de werkgever 15,9% en de werknemer 7,5%.
  • Compensatie bij omzetten voor oudere deelnemers
    In de nieuwe regeling bouwen deelnemers ouder dan 60 jaar minder pensioen op dan in de huidige regeling. Daarom ontvangen deelnemers die in de nieuwe pensioenregeling naar verwachting minder pensioen opbouwen compensatie. Zij krijgen bij de overgang naar de nieuwe regeling eenmalig een extra bedrag bij hun pensioenkapitaal.
  • Basis- en Plusregeling verdwijnen
    De Basis- en Plusregeling van pensioenfonds Stipp gaan verdwijnen. Er komt één regeling waarin werknemers, vanaf de eerste dag van de maand waarin zij 18 jaar zijn tot aan de AOW-datum, pensioen gaan opbouwen.
  • Extra pensioenkapitaal voor iedereen
    Alle (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden ontvangen bij de overgang eenmalig een extra bedrag bij hun pensioenkapitaal. Dit bedrag komt uit het fondsvermogen van Stipp en is om die reden onder voorbehoud van de financiële situatie van Stipp op 1 januari 2026.
  • Uitkering bij overlijden
    Als een werknemer overlijdt terwijl die pensioen opbouwt bij Stipp, ontvangt de partner een levenslange uitkering. De hoogte daarvan is een percentage van het gemiddelde laatstverdiende salaris over twaalf maanden. Sociale partners verwachten dat dit percentage minimaal 30% is. Het percentage wordt uiterlijk 1 oktober 2025 vastgesteld.
    Kinderen ontvangen een uitkering tot ze 25 jaar zijn. Ook hiervan is de hoogte een percentage van het gemiddelde laatstverdiende salaris over twaalf maanden. En ook dit percentage wordt uiterlijk 1 oktober 2025 vastgesteld.

Wat moeten ondernemers nu al doen?

In het transitieplan, dat te downloaden is op de website van Stipp, staat vervolgens een aantal transitiedoelstellingen en -effecten. Qua doelen gaat het om het behoud van de opgebouwde pensioenvermogens, behoud van lopende uitkeringen, passende compensatie voor oudere deelnemers en het aanhouden van adequate voorzieningen en reserves. Daarbij is het essentieel dat de nieuwe regeling goed uitvoerbaar en uitlegbaar moet zijn, aldus Stipp in het transitieplan.

In het hoofdstuk ‘Transitie-effecten’ benadrukt Stipp dat de sociale partners menen “voldoende maatregelen te hebben getroffen om een evenwichtige transitie te kunnen realiseren”. Aandachtspunten daarbij zijn onder meer evenwichtigheid, scenario’s voor de berekening van de pensioenverwachting, en de hoogte van de uitkering na de transitie ten opzichte van de uitkering voor de transitie.

Uitzendondernemers hoeven op dit moment nog geen actie te ondernemen. Pensioenfonds Stipp onderzoekt de komende maanden of de afspraken in het transitieplan haalbaar zijn. Als dat zo is, kan de nieuwe regeling zoals gepland op 1 januari 2026 ingaan.

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

Reageer