Autoverkoper wordt pompbediende. Geen voortzetting arbeidsovereenkomst

0

Een tijdelijk contract na een contract voor onbepaalde tijd, eindigt niet altijd van rechtswege. Het moet worden opgezegd als de contracten met elkaar vergelijkbaar zijn.

Maar de functies van autoverkoper en pompbediende zijn zo verschillend dat er in deze zaak geen sprake is van voortzetting.

De situatie

Een werknemer komt op 1 juli 2007 als junior verkoper op een jaarcontract in dienst bij een autobedrijf. In mei 2008 krijgt hij een vast contract. Dit wordt met wederzijds goedvinden beëindigd per 1 maart 2009. De werkgever biedt de werknemer schriftelijk aan om hem weer in dienst te nemen tegen dezelfde voorwaarden als hij in zijn nieuwe baan tijdens de proeftijd wordt ontslagen. Op 1 mei 2009 komt hij inderdaad weer in dienst, maar in de functie van algemeen medewerker (pompbediende). Hij krijgt eerst een contract voor vier maanden en vervolgens een contract totdat het tankstation onbemand wordt. Dat is uiteindelijk op 4 januari 2010.

De vordering

De werkgever gaat er vanuit dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege op 4 januari 2010 is geëindigd. De werknemer denkt daar anders over. Hij vordert in een kort geding loondoorbetaling omdat hij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft die niet rechtsgeldig is opgezegd.

Het kort geding

De kantonrechter vindt dat er inderdaad een overeenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan omdat er geen wezenlijke verschillen zijn tussen de opeenvolgende overeenkomsten. De twee functies, de bijbehorende salarissen en de werkzaamheden verschillen niet wezenlijk van elkaar.

Het oordeel in hoger beroep

De werkgever gaat in hoger beroep. En daar oordeelt het Hof dat de functies wel degelijk verschillen. Eerst was de werknemer autoverkoper, waarbij hij het hele proces van offerte tot levering deed. Daarna was hij pompbediende, een lagere functie met werkzaamheden als het bedienen van klanten, schoonmaken en het bedienen van de kassa.

De twee arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd verschillen daarmee wezenlijk van die voor onbepaalde tijd, meent het Hof. Het Hof vindt het aannemelijk dat het feit dat de werknemer hetzelfde salaris ontving en over een auto beschikte voortvloeide uit het aanbod van de werkgever om hem weer in dienst te nemen.

Wanneer is er geen voortzetting arbeidsovereenkomst?

Als een contract voor onbepaalde tijd één of meer keer is voortgezet door een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, met tussenpozen van niet meer dan drie maanden, is voor de beëindiging van die laatste arbeidsovereenkomst opzegging nodig (artikel 7:667 lid 4).

Er is alleen sprake van voortzetting als de opvolgende arbeidsovereenkomst niet wezenlijk verschilt van de voorafgaande arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, vermeldt de Memorie van Toelichting (Tweede Kamer, 1998-1999, 26 257, nr. 3, pagina 4). Er is dus geen voortzetting, en dus geen opzegging nodig, als de identiteit van de arbeidsovereenkomsten sterk van elkaar verschilt. Denk daarbij aan de overeengekomen arbeid, zoals in de besproken zaak, of de salaris- en andere arbeidsvoorwaarden.

Bron:
LJN BN7436, Hof Arnhem
Keten van arbeidsovereenkomsten
Hoger beroep, 07 september 2010

Door mr. Ingrid Kooijman
 

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

Reageer