Tussen een uitzendkracht en een opdrachtgever bestaat geen contractuele relatie. Het arbeidsovereenkomstenrecht is op deze werkrelatie niet van toepassing. Toch moet de opdrachtgever zich tegen de uitzendkracht gedragen volgens de normen van het goed werkgeverschap, een kernbepaling uit het arbeidsrecht.
De feiten
Na afloop van een tijdelijke arbeidsovereenkomst overleggen werkgever en werknemer over de voortzetting van de overeenkomst. Dat zal een overeenkomst voor onbepaalde tijd worden. Daarover bestaat overeenstemming, en ook over salaris, vrije uren en functiebenaming. De afspraken zijn vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst, die de werknemer niet ondertekent. De werknemer is wel blijven werken en partijen geven uitvoering aan de gemaakte afspraken. Na een krap jaar vertrekt de werknemer naar de concurrent. Dat is zeer tegen de zin van de werkgever, die een beroep doet op het concurrentiebeding in de nietondertekende arbeidsovereenkomst. De werknemer vordert in kort geding een verbod voor zijn ex-werkgever om hem te belemmeren bij de concurrent in dienst te treden.
De beslissing
De rechter oordeelt dat een concurrentiebeding uitsluitend geldig is als het schriftelijk wordt gesloten. Dat is een wettelijk vereiste. Hoewel werkgever en werknemer de arbeidsovereenkomst zijn gaan uitvoeren, zonder dat die door beide partijen was ondertekend, is er geen schriftelijk stuk waarin partijen het eens zijn over een concurrentiebeding. Dat geldt daarom niet. Het concurrentiebeding uit de eerste, tijdelijke, arbeidsovereenkomst is inmiddels verstreken en kan ook niet meer worden ingeroepen. De exwerkgever kan de werknemer dus niet verbieden bij de concurrent te gaan werken.
Commentaar
Een werknemer die de arbeidsovereenkomst niet getekend inlevert; een veel voorkomend verschijnsel met verstrekkende gevolgen. De meeste afspraken zijn mondeling te maken, maar de concurrentiebeperkende afspraken gelden alleen met een handtekening van de werknemer eronder. Het is dus zaak om er altijd voor te zorgen dat de overeenkomst, bij voorkeur voor het begin van de werkzaamheden, wordt ondertekend.
Kantonrechter Utrecht 29 januari 2009, Jurisprudentie Arbeidsrecht 2009/99